nl.wiktionary.org

steeds - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • steeds

Woordherkomst en -opbouw

  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: altijd’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
  • Genitief van stad
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen steedssteedsersteedst
verbogen steedsesteedseresteedste
partitief steedssteedsers-

Bijvoeglijk naamwoord

steeds

  1. (verouderd) zoals in een stad, in tegenstelling tot landelijk
    • De nieuwe bewoners van het dorp zijn nog een beetje steeds, maar trekken wel bij. 
    • Plattelandsbewoners vinden bepaalde steedse gewoontes losbandig. 

Synoniemen

Bijwoord

steeds

  1. voortdurend
    • Omdat je die opmerking steeds herhaalt, word ik kwaad. 
     Doordat de wind recht mijn kant opblies en het geluid van de donder steeds dichterbij kwam bleven mijn tranen stromen.[2]

Synoniemen

Uitdrukkingen en gezegden

  • steeds minder

Vertalingen

    steeds minder   

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen