nl.wiktionary.org

arend - WikiWoordenboek

Nederlands

[1] Amerikaanse zeearend

Uitspraak

Woordafbreking

  • arend

Woordherkomst en -opbouw

  • In de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • uit het Duits [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord arendje arendjes

Zelfstandig naamwoord

dearendm

  1. (havikachtigen) dagactieve, middelgrote tot grote roofvogel met brede vleugels, stevige snavel en scherpe klauwen. Arenden werden en worden veel gebruikt als symbool door landen en organisaties, omdat ze macht, schoonheid en onafhankelijkheid zouden uitstralen

Synoniemen

Hyperoniemen

Verwante begrippen

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Anagrammen

Uitdrukkingen en gezegden

  • Een arend vangt geen vliegen.

Wie zelf in een hoge positie is, strijdt niet tegen minderwaardige personen

  • Waar een dood lichaam is, verzamelen zich de arenden.

Vertalingen

    1. roofvogel   

Werkwoord

arend

  1. onvoltooid deelwoord van aren

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arende

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels

Meer informatie

Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels

Synoniemen

  1. adelaar
  2. adelaar

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord arend arenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

arend

  1. (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels

Synoniemen

  1. adelaar, Aadler
  2. adelaar, Aadler

Meer informatie