atleet - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- at·leet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘worstelaar, iem. die een lichaamssport beoefent’ voor het eerst aangetroffen in 1769 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | atleet | atleten |
verkleinwoord | atleetje | atleetjes |
Zelfstandig naamwoord
de atleet m
- (sport) iemand die grote prestaties op sportief gebied verricht
- Jeroen van Damme was een Nederlandse atleet die vooral op de lange afstanden grote prestaties heeft geleverd
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die grote prestaties op sportief gebied verricht
Gangbaarheid
- Het woord atleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "atleet" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "atleet" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ atleet op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be