bewustzijn - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewustzijn (hulp, bestand)
- IPA: /bə'wɤ(st)sɛin/
Woordafbreking
- be·wust·zijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewust en zijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewustzijn | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het bewustzijn o
- (psychologie) een toestand waarin men gewaarwordingen uit zijn omgeving ondergaat en besef heeft van het eigen ik, wakker
- Hij verloor het bewustzijn na het zien van het bloed.
- ▸ Natuurlijk had ze er al eerder uitgebreid over willen spreken, maar haar bewustzijn gaf deze emotie gewoonweg geen toegang tot haar dagelijkse gedachtegang.[2]
- de situatie dat je kennis van iets hebt
- Het politieke bewustzijn van radicale jongeren is groter dan van andere jongeren.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- bewustzijnsdaling, bewustzijnsgraad, bewustzijnsniveau, bewustzijnsverlies, bewustzijnsvernauwing, bewustzijnsverruimend, bewustzijnverruimend
Vertalingen
1. een toestand waarin men gewaarwordingen uit zijn omgeving ondergaat
Gangbaarheid
- Het woord bewustzijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewustzijn" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.