curiositeit - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: curiositeit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cu·ri·o·si·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘merkwaardigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Via curiouseté en curiositatem van het Latijnse curiosus
- afgeleid van curieus met het achtervoegsel -iteit
- afgeleid van het Franse curiosité (met het achtervoegsel -iteit) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | curiositeit | curiositeiten |
verkleinwoord | curiositeitje | curiositeitjes |
Zelfstandig naamwoord
de curiositeit v
- iets merkwaardigs
- Dit zeer vreemde enclavegebied is een curiositeit.
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord curiositeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "curiositeit" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "curiositeit" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ Wiktionnaire
- ↑ curiositeit op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be