nl.wiktionary.org

da - WikiWoordenboek

Universeel taalgebruik

Voorvoegsel

da

  1. (natuurkunde) voorvoegsel voor deca-, 101

Antoniemen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

SI-prefixen voorafgaand aan eenheden
yzafpnμmcd • 1 • dahkMGTPEZY

Angelsaksisch

Uitspraak

Woordafbreking

  • da

Woordherkomst en -opbouw

  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *dajjǭ

Zelfstandig naamwoord

da v

  1. (dierkunde) hinde; een vrouwelijk damhert

Beiers

Woordafbreking

  • da

Lidwoord

da

  1. de; mannelijk bepaald lidwoord enkelvoud nominatief
  2. de; vrouwelijk bepaald lidwoord enkelvoud datief

Persoonlijk voornaamwoord

da

  1. je, jou; 2e persoon enkelvoud datief

Bretons

enkelvoud meervoud
1 din dimp
2 dit deoc'h
3 m dezhañ dezho
3 v dezhi
onp. deor

Voorzetsel

da

  1. te, in, naar

Bosnisch

Bijwoord

da

  1. ja

Cimbrisch

Woordafbreking

  • da

Bijwoord

da

  1. daar

Deens

Voegwoord

da

  1. omdat, vermits
    «Han er ikke god til disse ting, da han gør sit bedste.»
    Hij is niet goed in dit zaken, omdat hij zijn best niet doet.

Verwijzingen

Duits

Uitspraak

Woordafbreking

  • da

Voegwoord

da

  1. daar, omdat, aangezien
    «Ich will es dir sagen, da ich dich liebe.»
    Ik wil het jou vertellen, omdat ik van je houdt.

Bijwoord

da

  1. daar, op die plaats
    «Da ist der Drecksack!»
    Daar is die vuile schoft!
  2. toen, op dat tijdstip
    «Sie sah ihn böse an, da fing er an zu weinen.»
    Ze keek hem boos aan, toen begon hij te huilen.

Anagrammen

Engels

enkelvoud meervoud
da das

Zelfstandig naamwoord

da

  1. Noord-Engeland, Schotland, Ierland vader, pappa
  2. een Russisch jawoord

In de Verenigde Naties weerklonk zelfs een Russisch 'da'.#:*In the United Nations there was even a da to be heard. 

Tussenwerpsel

da

  1. ja, gezegd door Russen

Anagrammen

Italiaans

Voorzetsel

da

  1. van

Afgeleide begrippen

Anagrammen

Nedersorbisch

Uitspraak

Woordafbreking

  • da

Werkwoord

da

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd van daś
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd van daś

Noord-Fries

Woordafbreking

  • da

Lidwoord

da

  1. de; bepaald lidwoord meervoud

Verwante begrippen

Noors

Uitspraak

Woordafbreking

  • da
Naar frequentie 49

Bijwoord

da

  1. toen

Synoniemen

Voegwoord

da

  1. toen
    «Da morgenen kom, regnet det.»
    Toen 's morgens kwam, regende het.

Synoniemen

Nynorsk

Uitspraak

Woordafbreking

  • da

Bijwoord

da

  1. toen

Schrijfwijzen

Voegwoord

da

  1. toen
    «Da morgonen kom, regna det.»
    Toen 's morgens kwam, regende het.

Schrijfwijzen

Pools

Uitspraak

Woordafbreking

  • da

Werkwoord

da

  1. derde persoon enkelvoud voltooid aspect van dać

Roemeens

Bijwoord

da

  1. ja

Werkwoord

da

  1. geven

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
dar

da

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar

Anagrammen

Vietnamees

Zelfstandig naamwoord

da

  1. huid, vel

Welsh

Bijvoeglijk naamwoord

da

  1. goed