nl.wiktionary.org

eenheid - WikiWoordenboek

  • ️Wed Jan 30 2013

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • een·heid

Woordherkomst en -opbouw

enkelvoud meervoud
naamwoord eenheid eenheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deeenheidv

  1. bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen.
    • Deze mensen werden door deze dreiging tot een eenheid samengesmeed met gemeenschappelijk doel. 
    • De mobiele eenheid (ME) is een groep politieagenten die als geheel op verschillende plekken kan worden ingezet bij de bestrijding van rellen. 
  2. het gevoel dat je met velen één bent
     Nationale eenheid is nou eenmaal makkelijker te vangen in termen als democratie en vrijheid, dan in de persoon van een bolwangige veertiger.[3]
  3. maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt.
    • De coulomb is de eenheid van lading. 
  4. woonruimte
    • De lounge is een vrijstaande eenheid. 

Verwante begrippen

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Vertalingen

    1. bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen   

    2. maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt   

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak

enkelvoud meervoud
naamwoord eenheid eenhede

Zelfstandig naamwoord

eenheid

  1. eenheid