formatteren - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: formatteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- for·mat·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een informatiedrager gereed maken voor gegevensopslag’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- afgeleid van het Franse formater (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
formatteren |
formatteerde |
geformatteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
formatteren
- overgankelijk van een format voorzien
- overgankelijk (informatica) de harde schijf of een verwisselbare schijf initialiseren
- Hij moest de harde schijf eerst formatteren voordat Windows geïnstalleerd kon worden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord formatteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "formatteren" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "formatteren" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ Wiktionnaire
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be