nl.wiktionary.org

liefhebber - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • lief·heb·ber

Woordherkomst en -opbouw

enkelvoud meervoud
naamwoord liefhebber liefhebbers
verkleinwoord liefhebbertje liefhebbertjes

Zelfstandig naamwoord

deliefhebberm

  1. iemand die veel van iets houdt, zich erg interesseert voor iets
     Het is de dag voordat de Tour de France de gevreesde helling in de Vogezen aandoet. Liefhebbers klauteren alvast naar adem happend en met knarsende ketting naar boven.[2]
  2. iemand die zich met iets bezighoudt zonder vakkundig te zijn

Synoniemen

Verwante begrippen

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
liefhebberen

liefhebber

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liefhebberen
    • Ik liefhebber. 
  2. gebiedende wijs van liefhebberen
    • Liefhebber! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liefhebberen
    • Liefhebber je? 

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. liefhebber op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron

    Rob Gollin

    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be