nl.wiktionary.org

morfeem - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • mor·feem

Woordherkomst en -opbouw

  • In de betekenis van ‘betekeniseenheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1934 [1]
  • met het achtervoegsel -eem
enkelvoud meervoud
naamwoord morfeem morfemen
verkleinwoord morfeempje morfeempjes

Zelfstandig naamwoord

hetmorfeemo

  1. (taalkunde) de kleinst mogelijke morfosyntactische eenheid in een taal
    • In het woord loopt, is de -t het morfeem dat aangeeft dat het om de derde persoon enkelvoud gaat. 

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

Vertalingen

    1. de kleinst mogelijke morfosyntactische eenheid in een taal   

Gangbaarheid

28 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen