opperpriester - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·per·pries·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opperpriester | opperpriesters |
verkleinwoord | opperpriestertje | opperpriestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de opperpriester m
- de hoogste priester in rang
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opperpriester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opperpriester" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be