nl.wiktionary.org

orel - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • orel

Woordherkomst en -opbouw

enkelvoud meervoud
naamwoord orel areilem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deorelv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) onbesnedene, niet-jood

Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

Tsjechisch

Uitspraak

Woordafbreking

  • orel

Woordherkomst en -opbouw

  • Afgeleid van het Proto-Slavische *orьlъ

Zelfstandig naamwoord

orel mbezield

  1. (havikachtigen) arend, adelaar; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
    «Orel mořský je největší dravec vyskytující se v Česku.»
    De zeearend is de grootste roofvogel die voorkomt in Tsjechië.
  2. munt; muntzijde van geldstuk
  3. een lid van de Orel, een Rooms-katholieke Tsjechische sportorganisatie

Verbuiging

enkelvoud meervoud
nominatieforelorli / orlové
genitieforlaorlů
datiefkorte vormorluorlům
lange vormorlovi
accusatieforlaorly
vocatieforleorli / orlové
locatiefkorte vormorluorlech
lange vormorlovi
instrumentalisorlemorly

Antoniemen

  1. panna, hlava v

Afgeleide begrippen

Typische woordcombinaties

Verwante begrippen

Uitdrukkingen en gezegden

Anagrammen

Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen