nl.wiktionary.org

panna - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • pan·na

Woordherkomst en -opbouw

enkelvoud meervoud
naamwoord panna panna's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depannav/m

  1. (voetbal) de bal tussen de benen van de verdedigende tegenstander heen spelen
    • Hierna kregen de Red Bull-racers de kans om elkaar te poorten. En de Nederlander doet het zelfs ultiem: hij geeft zijn Australische teamgenoot zelfs een panna achter zijn standbeen. Na de nodige ’oehs’ en ’aahs’ moet Ricciardo zijn meerdere erkennen in Verstappen. Na de ’vernedering’ klapt hij dan ook voor de panna. [1] 
    • Wijkagent Niels Euren in Almelo is de beroerdste niet. Toen freestylevoetballer Soufiane Touzani - die op YouTube ruim 720.000 volgers heeft - hem vroeg of hij hem een panna mocht geven, zei de agent van het politiekorps in Almelo volmondig ja. [2] 

Synoniemen

Gangbaarheid

59 %van de Nederlanders;
38 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Pools

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

panna v

  1. juffrouw; jonge, gewoonlijk ongehuwde, vrouw

Slowaaks

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

panna v

  1. maagd; iemand die nog nooit geslachtsgemeenschap gehad heeft, specifiek jonge vrouwen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

Tsjechisch

Uitspraak

Woordafbreking

  • pan·na

Zelfstandig naamwoord

panna v

  1. maagd; iemand die nog nooit geslachtsgemeenschap gehad heeft, specifiek jonge vrouwen
  2. pop; nagemaakte mens, meest als speeltuig
  3. kop; opzijde van geldstuk
  4. mannequin, etalagepop

Verbuiging

  enkelvoud meervoud
nominatiefpannapanny
genitiefpannypann
datiefpanněpannám
accusatiefpannupanny
vocatiefpannopanny
locatiefpanněpannách
instrumentalispannoupannami

Synoniemen

  1. panenka v
  2. hlava v, avers / averz monbezield

Antoniemen

  1. panic
  2. paňáca, panďulák, panák
  3. orel mbezield, revers / reverz monbezield

Gelijkklinkende woorden

Afgeleide begrippen

Typische woordcombinaties

Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen