papegaai - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·pe·gaai
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘papegaaiachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- [1] onder invloed van gaai van Middelnederlands papegay, in de betekenis van ‘papegaaiachtige’ aangetroffen vanaf 1287; dit gaat via Oudfrans papegai en Oudspaans papagayo terug op Arabisch بَبّغَاء zn (babaga) [2] [1]
- [3] (metonymisch), omdat voor papegaaien die als huisdier worden gehouden soms een steun met een vergelijkbare vorm wordt gebruikt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papegaai | papegaaien |
verkleinwoord | papegaaitje | papegaaitjes |
Zelfstandig naamwoord
de papegaai m
- (papegaaiachtigen) benaming voor vogels uit de orde Psittaciformes
, vaak met een bont verenkleed en het vermogen de menselijke stem na te bootsen
- Wij hebben sinds kort een papegaai thuis.
- (figuurlijk) (pejoratief) iemand die andere mensen napraat, zonder een eigen opvatting te ontwikkelen
- ▸ Dus, ben jij een intellectueel, op zoek naar wijsheid? Of ben je een hogeropgeleide papegaai?[3]
- (medisch) stalen, driehoekige steun boven een bed, waaraan een patiënt zich kan optrekken
- Wij hebben sinds kort een papegaai thuis, want mijn opa is bedlegerig.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- [2] papegaaien ww , papegaaiencircuit
Vertalingen
1. benaming voor vogels uit de orde Psittaciformes
Werkwoord
vervoeging van |
---|
papegaaien |
papegaai
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van papegaaien
- Ik papegaai.
- gebiedende wijs van papegaaien
- Papegaai!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van papegaaien
- Papegaai je?
Gangbaarheid
- Het woord papegaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "papegaai" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- 1 2 "papegaai" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ papegaai op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Tjeerd Andringa.
“Luister niet naar hogeropgeleide papegaaien” (27 maart 2015) op nrc.nl - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be