nl.wiktionary.org

reëel - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • re·eel

Woordherkomst en -opbouw

stellendvergrotendovertreffend
onverbogen reëelreëlerreëelst
verbogen reëlereëlerereëelste
partitief reëelsreëlers-

Bijvoeglijk naamwoord

reëel

  1. met de werkelijkheid overeenstemmend, echt, waar
    • Dat is geen reële voorstelling van zake. 
     Deze extreme hitte vormde een reëel gevaar.[3]
  2. (wiskunde) tot de verzameling getallen behorend die op de getallenrechte ligt
  3. geneigd zich praktisch op te stellen
    • Hij is een stuk reëler geworden. 

Antoniemen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

Vertalingen

Gangbaarheid

97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen