reet - WikiWoordenboek
- ️Sun Jun 03 2018
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reet
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘nauwe opening’ voor het eerst aangetroffen in 1281 [1]
- [1] Naamwoord van handeling van rijten van Middelnederlands rete, [2][3] en Oudnederlands reta "kras, haal met een pen" [4].
- [2] (figuurlijk) gebruik van [1]
- [2.2] taboeterm, vanwege het schokeffect gebruikt als versterker [5] [6][7]
- [3] van reten ww [8][9]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reet | reten |
verkleinwoord | reetje | reetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een (soms opengereten) spleet, kier
- Doordat onze kat er vaak haar klauwen aan aanscherpte, zat die oude leunstoel vol reten.
- (dysfemisme) (vulgair) kont, billen, achterwerk, anus
- hij had die dag een stekende pijn in zijn reet
- (figuurlijk) gebruikt om minachting of afkeer uit te drukken
- De kaartjes voor het feest waren belachelijk duur, maar er was geen reet te beleven.
- versterkend voorvoegsel (jongerentaal) heel erg, in de vorm "rete-" gebruikt als linkerdeel van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden als versterker van het rechterdeel
- Zij heeft echt een retegoed boek geschreven.
- (landbouw) plaats waar het vlas te weken wordt gelegd
Opmerkingen
- Betekenis 2.2 kan ook worden opgevat als een soort voorvoegsel. Door de Taalunie wordt het echter beschouwd als samenstelling, niet als afleiding. Het wordt daarom hier bij de oorspronkelijke betekenis beschreven en niet als apart voorvoegsel.
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- [1] retig
- [2] reetkever, reetridder, reetroeier, reetveter, retenlikker
- [2.2] retecool, retedruk, rete-eigenwijs, retefraai; retegaaf, retegeil, retegoed, retepopulair, retestrak, reteslim, retesnel
Anagrammen
Vertalingen
1. een (soms opengereten) spleet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rijten |
reet
- enkelvoud verleden tijd van rijten
- Ik reet.
- Jij reet.
- Hij, zij, het reet.
- Ik reet.
Gangbaarheid
- Het woord reet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[10] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "reet" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ reet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ reet op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Hoeksema, J.
"Minimaliseerders in het Standaardnederlands" in: Tabu. jrg. 32 nr. 3/4 (2002) Nederlands Instituut, Groningen; p. 140; geraadpleegd 2018-06-03 - ↑
Sijs, N. van der
Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; p. 541; geraadpleegd 2018-06-03 - ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ reet op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Fries
Uitspraak
- IPA: /re:t/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reet | reten |
verkleinwoord | reetsje | reetsje |