nl.wiktionary.org

speelman - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • speel·man

Woordherkomst en -opbouw

enkelvoud meervoud
naamwoord speelman speellui
speellieden
verkleinwoord speelmannetje speelmannetjes

Zelfstandig naamwoord

despeelmanm

  1. (middeleeuwen), (cultuur), (muziek), (verouderd) (beroep) een in het Zuid-Frankrijk van weleer, langs kastelen en vorstenhoven rondreizend kunstenaar, musicus, zanger van liederen en voordrager van gedichten, balladen e.d.
    • De onbekende speelman maakte met z'n voordracht een diepe indruk op de gasten. 
  2. (cultuur), (muziek), (verouderd) een langs herbergen, jaarmarkten rondtrekkend artiest, muzikant, zanger van liedjes en komediant
    • Met z'n grappen en vrolijke wijsjes bracht de speelman het publiek in een uitgelaten stemming. 
  • 1. Een ouderwetse speelman, nagebootst in 2003.

    1. Een ouderwetse speelman, nagebootst in 2003.

  • 2. Een moderne speelman.

    2. Een moderne speelman.

Synoniemen

Hyperoniemen

Afgeleide begrippen

Verwante begrippen

Uitdrukkingen en gezegden

  • [2]: De speelman zit er op het dak

Het is er een vrolijke boel

  • [2]: De speelman zit bij hen nog op het dak

Zij zijn nog in hun wittebroodsweken

Vertalingen

    1. rondreizend kunstenaar   

Gangbaarheid

89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be