nl.wiktionary.org

uitgeput - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • uit·ge·put

Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitgeput

  1. voltooid deelwoord van uitputten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitgeputuitgeputteruitgeputst
verbogen uitgeputteuitgeputtereuitgeputste
partitief uitgeputsuitgeputters-

Bijvoeglijk naamwoord

uitgeput

  1. dodelijk vermoeid
    • De uitgeputte drenkeling werd nog net op tijd uit het water gehaald. 
     De rest gaf ik aan de jongens die uitgeput in de zon zaten.[1]
  2. dusdanig leeggehaald dat er niets overblijft
    • De uitgeputte goudmijn was al jaren gesloten, maar door nieuwe technologie werd het mogelijk het afval opnieuw te gaan bewerken. 

Vertalingen

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors

    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be