ver - WikiWoordenboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands verre van Oudnederlands ferri bn / ferro bw , in de betekenis van ‘op grote afstand’ aangetroffen vanaf 901 [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ver | verder | verst |
verbogen | verre | verdere | verste |
partitief | vers | verders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ver
- afgelegen
- Jij hebt wel in verre landen gewoond.
Bijwoord
ver
- op grote afstand
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- een appel valt niet ver van de boom
- te ver gaan
onbehoorlijk zijn
- • Je mag best kritiek hebben, maar de scheldwoorden die je gebruikt gaan te ver.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ver" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "ver" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3 - ↑ ver op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Uitspraak
- IPA: /weːr/
Woordafbreking
- ver
Zelfstandig naamwoord
vēr o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | vēr | vēra |
genitief | vēris | vērum |
datief | vērī | vēribus |
accusatief | vēr | vēra |
vocatief | vēr | vēra |
ablatief | vēre | vēribus |
Overerving en ontlening
Portugees
Uitspraak
- IPA: /'veɾ/
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ver |
via |
visto |
volledig |
Werkwoord
ver
Spaans
Uitspraak
- IPA: /'beɾ/
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ver |
veía |
visto |
volledig |
Woordafbreking
- ver
Werkwoord
ver
Synoniemen
- [1] mirar, observar, distinguir
Hongaars
Uitspraak
- IPA: /ˈvɛr/
Werkwoord
ver