nl.wiktionary.org

volgend - WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

Woordafbreking

  • vol·gend
stellend
onverbogen volgend
verbogen volgende
partitief volgends

Bijvoeglijk naamwoord

volgend:

  1. later komend
     ‘Ik ben gelukkig vast in dienst. Voor mijn baas is deze situatie uiterst vervelend. Veel bedrijven moeten nu een balans gaan zoeken tussen geld blijven verdienen en de veiligheid. Vandaag gaan we ook bekijken hoe we het vanaf volgende week gaan doen met het werk.’[1]
     Maar terwijl die Pieten speelgoed maken, pepernoten bakken en alles klaarmaken voor de volgende reis naar Holland, trekt Sinterklaas op zijn paard door de hoge Spaanse bergen, op zoek naar een nieuw Pietje.[2]

Hyponiemen

Vertalingen

Werkwoord

volgend

  1. onvoltooid deelwoord van volgen

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen