nl.wiktionary.org

zes - WikiWoordenboek

Nederlands

Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
10661069107210751099101001012010303103003

Uitspraak

Woordafbreking

  • zes

Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zes

  1. "6", het getal tussen vijf en zeven
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zes euro en zevenendertig cent. 
       Uw witte schimmel is zwaar ziek, het zal zeker zes weken duren voordat hij weer beter is. En het is het enige paard dat over de daken kan rijden!'[4]
       Waarom ging ik zes maanden op de Pacific Crest Trail (PCT) dwars door Amerika lopen? Tja, waarom niet.[5]
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave zes is "42". 

Schrijfwijzen

Afgeleide begrippen

Uitdrukkingen en gezegden

  • Na veel vijven en zessen

Na veel voor- en tegenargumenten tegen elkaar te hebben afgewogen

  • Van zessen klaar zijn

Zichzelf goed weten te redden

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zes" ht als rechterdeel

Afgeleide begrippen

enkelvoud meervoud
naamwoord zes zessen
verkleinwoord zesje zesjes

Zelfstandig naamwoord

dezesv/m

  1. het cijfer 6
    • De partij D66 heeft twee zessen in haar naam. 
  2. dat wat in een (rang)ordening met 6 is aangeduid
    • Het is weer de zes die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Hij had een mooi rapport met achten en negens en maar één zes. 

dezesmv

  1. groep van 6 eenheden
    • Deze zes zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Afgeleide begrippen

Vertalingen

    1. het getal 6   

Gangbaarheid

99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Achterhoeks

Hoofdtelwoord

zes

  1. zes; het gehele getal tussen vijf en zeven, in Arabische cijfers 6, in Romeinse cijfers VI
enkelvoud meervoud
naamwoord zes zessen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zes

  1. zes; het getal 6

Nedersaksisch

Hoofdtelwoord

zes

  1. zes; het gehele getal tussen vijf en zeven, in Arabische cijfers 6, in Romeinse cijfers VI

Schrijfwijzen

enkelvoud meervoud
naamwoord zes zessen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zes

  1. zes; het getal 6

Zeeuws

Woordherkomst en -opbouw

  • Afgeleid van het Middelnederlandse ses

Hoofdtelwoord

zes

  1. zes; het gehele getal tussen vijf en zeven, in Arabische cijfers 6, in Romeinse cijfers VI