ru.wiktionary.org

twee — Викисловарь

x	1...	2...	3...	4...	5...	6...	7...	8...	9...	10..
1—10 (x):	een	twee	drie	vier	vyf	ses	sewe	agt	nege	tien
11—20 (10 + x):	elf	twaalf	dertien	veertien	vyftien	sestien	sewentien	agtien	negentien	twintig
10—100 (10x):	tien	twintig	dertig	veertig	vyftig	sestig	sewentig	tagtig	negentig	honderd
100—1000 (100x):	honderd	tweehonderd	driehonderd	vierhonderd	vyfhonderd	seshonderd	sewehonderd	agthonderd	negehonderd	duisend

twee

Числительное.

два ◆ en hulle twee sal een vlees word, sodat hulle nie meer twee is nie, maar een vlees. — и прилепится к жене своей, и будут два одною плотью; так что они уже не двое, но одна плоть. «Die Afrikaanse Bybel», Markus 10:8, 1933/1953 г.

Морфологические и синтаксические свойства

[править]

twee

Существительное.

двойка, пара ◆ Отсутствует пример употребления (см. рекомендации).

Ближайшее родство

x	1...	2...	3...	4...	5...	6...	7...	8...	9...	10..
1—10 (x):	een/één	twee	drie	vier	vijf	zes	zeven	acht	negen	tien
11—20 (10 + x):	elf	twaalf	dertien	veertien	vijftien	zestien	zeventien	achttien	negentien	twintig
10—100 (10x):	tien	twintig	dertig	veertig	vijftig	zestig	zeventig	tachtig	negentig	honderd
100—1000 (100x):	honderd	tweehonderd	driehonderd	vierhonderd	vijfhonderd	zeshonderd	zevenhonderd	achthonderd	negenhonderd	duizend

twee

Числительное, количественное.
Соответствующее порядковое числительное — tweede
Соответствующее числительное наречие — tweemaal.

МФА: [tʋeː]

Пример произношения

два, две ◆ En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden. — Через два дня надлежало быть празднику¹ Пасхи и опресноков. И искали первосвященники и книжники, как бы взять Его хитростью и убить; «De Statenbijbel», Markus 14:1, 1637 г.