La maison cubiste kt324a
Op de tentoonstelling Salon d'Automne, gehouden van 1 oktober t/m 8 november 1912, was een vervolg te zien op het tentoonstellen van een volledig ingerichte werkkamer en eetkamer op de Salon d'Automne van 1911. De werk- en eetkamer waren ontworpen door André Mare, een decoratieve ontwerper, met hulp van de beeldhouwer Georges Desvallières (1861-1951), Raymond Duchamp-Villon, Roger de la Fresnaye, Maurice Marinot (1882-1960), Marie Laurencin en Georges Rouault (1871-1958). Het was een reactie op het exposeren van decorateurs uit München op de Salon d'Automne van 1910, die in 1908 deel hadden genomen aan de Munich Ausstellung. Zij waren door Frantz Jourdain, de oprichter en voorzitter van de salon, uitgenodigd.
In een brief van André Mare aan Maurice Mariot, die Mare schreef op 20 februari 1912, gaf Mare aan wie allemaal meededen aan het nieuwe ontwerp voor de komende Salon d'Automne en hoe het eruit zou zien. Mare verwachtte van Mariot het glaswerk, dat Mariot voor eigen rekening moest maken. Voor de algemene kosten was een sponsor gevonden. Mare verwees naar de nummers van 20 november 1911 en 5 januari 1912 van het tijdschrift L'Art Décoratif om inspiratie op te doen.
Brochure
In 1912 was een volledig ingericht huis, het z.g. La Maison Cubiste te zien. Het huis bestond uit een door Raymond Duchamp-Villon ontworpen voorgevel van 10 bij 3 meter met daar achter drie door André Mare ingerichte ruimtes. In het midden een hal voorzien van een stuk trap met smeedijzeren trapleuning en daarnaast een woonkamer (salon bourgeois) en een slaapkamer. Het was een voorbeeld van L'art décoratif (=toegepaste kunst). Volgens de brochure voor het publiek waren de medewerkers:
André Mare | ontwierp o.a. meubels, behang, de buitendeur, boekomslagen en postpapier. |
Raymond Duchamp-Villon | ontwierp de voorgevel van het huis. |
Roger de La Fresnaye |
ontwierp het houtwerk, de tussendeur, de schoorsteenklok, kandelaars en ornementen. |
Jean-Louis Gampert | ontwierp o.a behang en een tapijt. |
Marie Laurencin | ontwierp versierselen en een porseleinen bloemenvaas. Zij schilderde o.a. de schilden boven de vier langwerpige spiegels. |
Maurice Marinot | ontwierp gedecoreerd glaswerk en porceleinen vazen. |
Richard Desvallières | ontwierp o.a. een smeedijzeren trapleuning en een kroonluchter. |
ontwierp een porseleinen theeservice in de kleuren violet en oranje. Hiernaast staat een afbeelding van de suikerpot. | |
Sabine Desvallières | ontwierp een haardscherm. |
Paul Vera | ontwierp o.a. een schitterend met bloemen versierd tapijt voor in de slaapkamer. |
Marie-Thérèse Lanoa | ontwierp een tapijt. |
André Versan | ontwierp o.a. bronzen en smeedijzeren verlichting en een inktstel. |
Georges Ribémont-Dessaignes (1884-1974) | ontwierp o.a een tapijt voor in de slaapkamer. |
De firma's die de voorwerpen maakten werden in de brochure, die voor het publiek bestemd was, genoemd.
De medewerkers kwamen iedere week bijeen in het huis van Georges Desvallières, wiens kinderen Sabine (1891-1935) en Richard (1893-1962) aan het huis meewerkten, voor de coördinatie van de werkzaamheden of bij Raymond Duchamp-Villon in Puteaux om te werken aan de voorgevel. Er waren meer familiebanden, want André Versan was (volgens Marie-Noëlle Pradel) getrouwd met Marie-Thérèse Lanoa (1887-1967). (Volgens een andere bron was Marie-Thérèse Lanoa op 2 juli 1908 te Parijs getrouwd met de kunstschilder Pierre André Favre.) Aangezien de opbouw pas kon beginnen op de dag voor de opening van de tentoonstelling, was La maison cubiste op de openingsdag 1 oktober niet klaar. Daar bovendien de voorgevel van La maison cubiste tevens de toegang was naar de andere stands van de afdeling art decoratif, werd deze afdeling pas op 15 oktober voor het publiek toegankelijk.
In het huis hingen kleine schilderijen van Marcel Duchamp en Albert Gleizes. Van Fernand Léger hing het nevenstaande (rechts) schilderij Le Passage à niveau uit 1912 (op de foto zichtbaar in de spiegel), van Jean Metzinger hing het nevenstaande (links) schilderij Vrouw met waaier uit 1912 (links op de foto), van Roger de la Fresnaye hing het schilderij Les joueurs de cartes en van Paul Vera (1882-1957) het schilderij Le jugement de Pâris. Raymond Duchamp-Villon en Wield hadden sculptures staan in de woonkamer.
De bekende couturier Paul Poiret kocht van de la Fresnaye de schoorsteenklok en het nevenstaande schilderij Les joueurs de cartes. Het schilderij kwam later in handen van de kunstverzamelaar René Gaffé. Ook kocht Poiret de omlijstingen ontworpen door Marie Laurencin. Walter Pach zorgde ervoor dat de maquette van de voorkant te zien was op de Armory Show in de Verenigde Staten in 1913.
De getoonde uitwerking van het kubisme op de bouwkunst werd door de Tsjechische architecten Josef Godár, Josef Chochol en Pavel Janák in Praag in praktijk gebracht. Zie Tsjechische kubistische bouwkunst.
De bovenstaande gegevens zijn hoofdzakelijk afkomstig uit het artikel La maison cubiste en 1912 van Marie-Noëlle Pradel in het tijdschrift Art de France, 1961, nummer 1.
Laatste wijziging: 160712