stamreeks Noordhoff
Stamreeks van mijn grootmoeder Kornelia Noordhoff.

Familiewapen Noordhoff
Gedeeld: I in goud een groene boom met ter rechterzijde een rode pentagram (vijfpuntige ster) en ter linkerzijde een rode Franse lelie. II in zilver (was oorspronkelijk blauw) twee rode rozen en een opwaarts gerichte groene eikel aan een afgesneden tak, geplaatst 2-1.
Helmteken: Op een gekroonde helm een groene boom tussen een vlucht (twee vleugels) van rood
Helmkleed rood, gevoerd in wit
Oorsprong: Uit mondelinge overlevering. Een voorouder Noordhoff (dit zal waarschijnlijk Abel Noordhoff 1889-1953 zijn geweest) vond in de brandkast een tekening van een familiewapen en liet hiervan door de veelzijdige Groninger kunstenaar Jan van der Zee een afbeelding in kleur maken. Dat de tekenaar niet goed op de hoogte was van de heraldische regels blijkt uit het plaatsen van rode rozen in een blauw schild. In de heraldiek plaatst men vanwege de duidelijkheid (contrast) gekleurde symbolen altijd op een achtergrond van goud of zilver. Het wapen is afgebeeld in een gezandstraald raam in de voordeur van de boerderij van de familie Noordhoff te Blijham.
Op het graf van de mogelijke stamvader Hindrik Alberts (1597-1669) in Noordbroek staan twee familiewapens (alliantiewapen), met op het linker wapenschild ook een boom (GDW.2921).
Betekenis: De boom verzinnebeeldt in het algemeen de bloeiende toestand van de familie. Mogelijk betreft het hier een eik, als symbool van trots. Het pentagram is een voorchristelijk symbool dat meer dan 6000 jaar oud is. Het symboliseert het goede in tegenstelling tot de omgekeerde pentagram met de punt naar beneden, als symbool van het kwade. De Franse lelie of Fleur-de-lies is het symbool van zuiverheid en maagdelijkheid (maagd Maria), maar verwijst ook naar een aan Jezus toegeschreven opmerking over lelies. De roos is in de eerste plaats een symbool van liefde en trouw. In de christelijke symboliek verwijst de roos naar Maria en het lijden van Christus. De vijf blaadjes van de roos staan voor de vijf wonden van Christus. Maar in de heraldiek geldt het ook als symbool van vruchtbare, bloeiende aarde. De eikel komt al vanaf het begin van de heraldiek op familiewapens voor. Eveneens een symbool van vruchtbaarheid. De twee vleugels (helmteken) zullen adelaarsvleugels zijn. Het verkondigen van een blijde boodschap en de bloei van het geslacht.
VIII : oudovergrootvader
Hindrik. Mogelijk betreft het hier de omstreeks 1597 geboren Hindrik Alberts.
Hij overleed op 72 jarige leeftijd op 25 januari 1669 en werd begraven
te Noordbroek. Op zijn graf met familiewapens de volgende tekst: Anno
1669, den 25 january, is de eerbare hindrick albers christelyck in den
heeren ontslapen, synes olders 72 jaar, verwachtende mit alle ware
gelovigen eene vrolycke operstandinge door christum.
Wapens: Rechts: Een omgewende leeuw. Links: Op een terras een boom.
Helmteken: een klaverblad (GDW.2921). Hoewel het bewijs als stamvader
van de familie Noordhoff ontbreekt is het wel opmerkelijk dat er op
zijn graf ook een familiewapen met een boom voorkomt.
- 1 : Albert Hindricks, afkomstig uit Schildwolde, geboren rond 1615 (doopsgezind), overleden tussen 28 januari 1675 en 28 februari 1677, 60 jaar tot 62 jaar oud. Albert is getrouwd te Noordbroek op 17 december 1648, op ongeveer 33-jarige leeftijd (1) met Tette Berends (20 jaar oud), gedoopt te Noordbroek op 17 februari 1628, dochter van Berent Jans en Ide. Albert was gehuwd (2) met Hijlle Berents, geboren rond 1615, overleden na 19 augustus 1680, minstens 65 jaar oud.
- 2 : Hindrick Hindrix,
geboren rond 1628 (doopsgezind), zie VII.
VII : oudgrootvader
Hindrick Hindrix, geboren rond 1628
(doopsgezind), wonende te Noordbroek, overleden na 28 februari 1677,
minstens 49 jaar oud, zoon van Hindrik (VIII).
Hindrick is getrouwd te Noordbroek op 11 november 1655 (h.c.
12 juli (Gertie Sybens)), op ongeveer 27-jarige leeftijd met Grietie
Sebens (ongeveer 28 jaar oud), geboren rond 1627,
overleden na 1 december 1662, minstens 35 jaar oud, dochter van Sebo
Fockens en Anne Sijabbens.
- 1 : Sebo Hindriks,
geboren rond 1663 (menist (doopsgezind)), zie VI.
VI : oudvader
Sebo
Hindriks, landbouwer op boerderij nr.23
(BB.Noordbroek),
dienaar der doopsgezinden en vermaner bij de Doopsgezinden, geboren
rond 1663 (menist (doopsgezind)), wonende te Noordbroek,
overleden
tussen 3 februari 1731 en 2 augustus 1738, 68 jaar tot 75 jaar oud,
zoon van Hindrick Hindrix (VII) en Grietie
Sebens. Zie
genealogie van de familie van Houten in het
"Nederlands
Patriciaat" jaargang 1960, blz.126. Hij verkoopt op 7 februari 1699 een
huis te Noordbroek. Sebo
is getrouwd te Noordbroek op 21 juni 1700 (h.c. 1 juni
raVij11), op ongeveer 37-jarige leeftijd met Diewer Geerts
van Zomeren
(24 jaar oud), geboren te Meeden in het jaar 1676 (doopsgezind),
overleden te Noordbroek tussen 31 juli 1757 en 21 november 1758, 81
jaar tot 82 jaar oud, dochter van Geert Harmens van Zomeren
en Trijntje Alberts.
Op de foto rechts de oorspronkelijke boerderij van de familie Noordhoff in het noorden van Noordbroek. Volgens mijn vader zaten in de voorgevel vier muurankers (helaas door de bomen niet zichtbaar) met het jaartal 1646. Deze boerderij waarop al meer dan 300 jaar nazaten van Sebo Hindriks wonen, zal in 1646 door de ouders van Grietje Sebens zijn gebouwd. Het woonhuis is in 1925 totaal herbouwd. Op de voorgevel van de nieuwe boerderij staan de initialen van Abel Noordhoff AN en Gezina Ida Zuidhoff GIZ. Momenteel wordt de boerderij bewoond door Jantien Lambeck-Noordhoff de dochter van hun kleinzoon Jan Noordhoff.
Uit dit huwelijk:- 1 : Anje Sebes, geboren rond 1718. Op hoogstens 17-jarige leeftijd met Jan Harkes (doopsgezind). Het huwelijk is op 24 mei 1735 al weer ontbonden tengevolge van een door haar moeder gevoerde rechtszaak waarbij zij de minderjarigheid van haar dochter opvoerde.
- 2 : Grietje Seebes, geboren rond 1700 (doopsgezind), overleden tussen 15 februari 1754 en 11 februari 1756, 54 jaar tot 56 jaar oud. Grietje is getrouwd te Noordbroek op 23 juli 1728 (h.c. Vij13), op ongeveer 28-jarige leeftijd (1) met Hindrik Sibelts (ongeveer 34 jaar oud), geboren rond 1694, wonende te Noordbroek, overleden rond 1730, ongeveer 36 jaar oud, zoon van Sijbo Hindriks en Hebeltje Berents. Grietje is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 14 mei 1733 (h.c. 13 juni Vij14), op ongeveer 33-jarige leeftijd (2) met Siebolt Meertens (ongeveer 54 jaar oud), landbouwer, boerderij nr.33 (BB.Noordbroek) en boerderij nr.87 (BB.Nieuwolda), geboren rond 1679 (doopsgezind), wonende te Noordbroek en de Dellen (Nieuwolda), overleden aldaar tussen 30 mei 1744 en 2 september 1744, ongeveer 65 jaar oud, zoon van Meerten Crijns en Grietje Harms. Siebolt is eerder getrouwd te Noordbroek op 28 augustus 1715 (h.c. Vij12), op ongeveer 36-jarige leeftijd met Martjen Mennes (27 jaar oud), geboren de Dellen (Nieuwolda) in het jaar 1688 (doopsgezind), overleden tussen 17 juni 1717 en 13 juni 1733, 29 jaar tot 45 jaar oud, dochter van Menno Claessen en Trijntje Geerts. Grietje is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 27 maart 1746 en getrouwd aldaar op 1 mei 1746 (h.c.), op ongeveer 46-jarige leeftijd (3) met Jan Jans Snijder (ongeveer 60 jaar oud), landbouwer, afkomstig uit Noordbroek, geboren rond 1686 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden tussen 29 mei 1752 en 18 juni 1753, 66 jaar tot 67 jaar oud. Jan is eerder getrouwd rond 1720, op ongeveer 34-jarige leeftijd met Elizabeth Pieters (ongeveer 26 jaar oud), geboren rond 1694. Jan is eerder in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 2 november 1732 en getrouwd te Siddeburen op 23 november 1732, op ongeveer 46-jarige leeftijd met Trijntjen Jeronimus (ongeveer 54 jaar oud), geboren rond 1678, overleden voor 21 januari 1744, hoogstens 66 jaar oud, dochter van Jeronimus Pouwels en Aaltjen Michiels. Trijntjen is eerder getrouwd op 19 april 1714 (h.c.), op ongeveer 36-jarige leeftijd met Klaes Berents (ongeveer 35 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.7 (BB.Noordbroek), geboren rond 1679 (doopsgezind), wonende te Noordbroeksterhamrik, overleden voor 25 januari 1730, hoogstens 51 jaar oud, zoon van Berent Ulferts en Jantjen Goossens.
- 3 : Trijne Seebes, geboren te Noordbroek rond 1701 (doopsgezind), overleden te Korengarst (Noordbroek) tussen 6 mei 1767 en 1 januari 1771, 66 jaar tot 70 jaar oud. Trijne is getrouwd te Noordbroek op 10 mei 1733 (h.c. Vij13 13 juni 1733 Noordbroek), op ongeveer 32-jarige leeftijd (1) met Jan Harms Noording (ongeveer 41 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.15 (BB.Noordbroek), geboren te Korengarst (Noordbroek) rond 1692 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden aldaar tussen 1741 en 1743, 49 jaar tot 51 jaar oud, zoon van Harm Meertens en Aeltjen Jans. Trijne is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 3 mei 1744 (h.c. 30 mei Vij15), op ongeveer 43-jarige leeftijd (2) met Jacob Harms (ongeveer 29 jaar oud), landbouwer, boerderij nr.18 (BB.Wold-Oldambt) en voorstander der menisten, afkomstig uit Noordbroek, geboren rond 1715 (doopsgezind), wonende te Scheemderzwaag, overleden op 10 mei 1789, ongeveer 74 jaar oud, zoon van Harm Jacobs en Jantje Meertens. Jacob is later in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 9 december 1770 en getrouwd te Scheemda op 4 januari 1771 (h.c.), op ongeveer 56-jarige leeftijd met Foktje Fiebes (ongeveer 48 jaar oud), geboren te Midwolda rond 1723 (doopsgezind), overleden te Scheemderzwaag op 17 maart 1800, begraven te Scheemda op 24 maart 1800, ongeveer 77 jaar oud, dochter van Fiebe Ipes en Geertruid Klaassens. Foktje is eerder getrouwd te Noordbroek op 4 augustus 1746 (h.c. 25 sept.), op ongeveer 23-jarige leeftijd met Jan Sijbolts (ongeveer 31 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.18 (BB.Wold-Oldambt), geboren te Wagenborger Harster rond 1715 (doopsgezind), wonende te Scheemderzwaag, overleden rond 29 april 1768, begraven te Scheemda op 2 mei 1768, ongeveer 53 jaar oud, zoon van Siebolt Meertens en Martjen Mennes.
- 4 : Geerdt Seebes, diaken (kerkelijk armenverzorger), landbouwer, boerderij nr.26 (BB.Noordbroek) en veekoopman, afkomstig uit Noordbroek, geboren in 1705 of 1706 (doopsgezind), overleden tussen 28 september 1762 en 16 mei 1763, 56 jaar tot 58 jaar oud. Geerdt is getrouwd te Noordbroek op 27 juni 1732 (h.c. Vij14), op 26- tot 27-jarige leeftijd met Aeltien Eppes (ongeveer 31 jaar oud), afkomstig uit Nieuw Scheemda, geboren rond 1701 (doopsgezind), dochter van Eppo Peters en Martjen Geewes. Aeltien is later getrouwd te Noordbroek op 28 oktober 1765, op ongeveer 64-jarige leeftijd met Ubbo Meertens (62 jaar oud), koopman, winkelier, boekweitmulder en leeraar der menisten, geboren op 19 maart 1703 (doopsgezind), wonende te Zuidbroek, overleden op 22 juni 1782, 79 jaar oud, zoon van Meerten Ubbes en Aeltien Dercks. Ubbo is eerder getrouwd op 3 februari 1726 (h.c. 1 febr. Zuidbroek), op 22-jarige leeftijd met Aaltje Sijtses Calkema (21 jaar oud), geboren in het jaar 1705, overleden op 29 augustus 1728, 23 jaar oud, dochter van Sijtze Heres en Claassijn Harms. Aaltje is eerder getrouwd te Sappemeer op 3 augustus 1721 (h.c. 23 aug. Noordbroek), op 16-jarige leeftijd met Riemer Sijtses (ongeveer 32 jaar oud), winkelier, geboren rond 1689, wonende te Zuidbroek, zoon van Sytze Fijes en Attie Cornelis. Ubbo is eerder getrouwd te Zuidbroek op 23 februari 1730 (h.c.), op 26-jarige leeftijd met Abeltje Jacobs (ongeveer 25 jaar oud), afkomstig uit Hoogezand, geboren rond 1705, dochter van Jacob Ubbens en Geesje Ottens. Ubbo is eerder getrouwd te Groningen op 17 september 1746, op 43-jarige leeftijd met Albertien Reinders (ongeveer 25 jaar oud), geboren rond 1721, dochter van Reijnder Dercks en Willemtien van Calcar.
- 5 : Seijke Seebes, afkomstig uit Noordbroek, geboren rond 1709, gedoopt aldaar op 11 juni 1745, overleden na 6 januari 1779, minstens 70 jaar oud. Seijke is getrouwd te Noordbroek op 4 oktober 1739, op ongeveer 30-jarige leeftijd met Eppo Jans(ongeveer 34 jaar oud), afkomstig uit Noordbroek, geboren rond 1705 (doopsgezind), overleden na 6 januari 1779, minstens 74 jaar oud. Eppo is eerder getrouwd te Siddeburen op 3 mei 1733, op ongeveer 28-jarige leeftijd met Martje Eppes (ongeveer 38 jaar oud), geboren rond 1695, waarschijnlijk dochter van Eppe Gerrits en Reenje Meinders.
- 6 : Hindrik Seebes, geboren te Noordbroek in het jaar 1711 (doopsgezind), zie V.
- 7 : Deewer Seebes van Houten,
geboren te 't Waar
(Nieuwolda) op 15 januari 1722 (doopsgezind), overleden te Nieuw
Scheemda op 26 september 1808, begraven aldaar op 3 oktober 1808, 86
jaar oud. Deewer is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 3 juni 1742
en getrouwd
te Nieuw Scheemda op 24 juni 1742 (h.c. 26 juni Noordbroek Vaa3), op
20-jarige leeftijd met Albert Jans Lantinga
(35 jaar oud), landbouwer, boerderij nr.76 (BB.Nieuwolda) "Sassenheert"
en vermaner bij de Doopsgezinden, geboren te Nieuw Scheemda op 2
november 1706 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden op 17 juli 1768,
begraven te Nieuw Scheemda op 22 juli 1768, 61 jaar oud, zoon van Jan
Jacobs en Abelje Peters. Albert is eerder
getrouwd te Beerta op 20 juni 1738 (h.c.), op
31-jarige leeftijd met Anje Sebes (28 jaar oud),
geboren op 9 september 1709, overleden op 29 oktober 1739, 30 jaar oud,
dochter van Sebo Oljes en Epke Elles.
V : betovergrootvader
Hindrik Seebes, houthandelaar, landbouwer, boerderij nr.23 (BB.Noordbroek) en leraar der doopsgezinden, geboren te Noordbroek in het jaar 1711 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden op 2 juli 1752, 41 jaar oud, zoon van Sebo Hindriks (VI) en Diewer Geerts van Zomeren. Hij was naast leraar ook vertegenwoordiger van de doopsgezinde gemeente van Noordbroek, en woonde op boerderij nr.23 ( BB.Noordbroek). In dezelfde tijd en plaats leefde er ook een Hindrik Seebes , die huwde te Meeden op 01-04-1727 met Ellegijn Derx en overleden voor 1738 met als kinderen Lammechien Hindriks, Abeltje Hindriks, Hindrik Hindriks en Annechien Hindriks. De kinderen van onze Hindrik namen de volgende achternamen aan: Van Houten, Noordhoff en Torringa (zie Ned.patriciaat 1960 blz.126). Hindrik is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 6 juli 1738 en getrouwd te Beerta op 2 augustus 1738 (h.c. Vij.14), op 27-jarige leeftijd met Abelke Jakobs Torringa (ongeveer 29 jaar oud), geboren te Beerta rond 1709 (doopsgezind), overleden tussen 14 september 1787 en 2 juni 1788, 78 jaar tot 79 jaar oud, dochter van Jacob Geerts Torringa en Geeske Harms. Abelke is eerder getrouwd te Noordbroek op 27 januari 1737 (h.c. 29 jan. Vij14), op ongeveer 28-jarige leeftijd met Eltjo Harckes (ongeveer 47 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.57 (BB.Nieuwolda), afkomstig uit Beerta, geboren rond 1690 (doopsgezind), wonende te Nieuwolda, begraven te Midwolderhamrik (Nieuwolda) op 29 maart 1737, ongeveer 47 jaar oud, zoon van Harcko Harckens en Fockjen Meertens. Eltjo is eerder getrouwd te Nieuwolda op 22 augustus 1706 voor de kerk, op ongeveer 16-jarige leeftijd met Eelje Engelberts (ongeveer 30 jaar oud), afkomstig uit Noordbroek, geboren rond 1676 (doopsgezind), begraven te Midwolderhamrik (Nieuwolda) op 15 april 1726, ongeveer 50 jaar oud, dochter van Engelbert Clasen en Aeltijen Dercks. Abelke is later in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 13 januari 1754 en getrouwd aldaar op 15 februari 1754 (h.c. Vij16), op ongeveer 45-jarige leeftijd met Otto Willems (ongeveer 39 jaar oud), leraar der doopsgezinden en landbouwer, geboren rond 1715 (doopsgezind), wonende te Noordbroeksterhamrik, overleden tussen 9 mei 1783 en 21 april 1786, 68 jaar tot 71 jaar oud, zoon van Willem Jacobs en Sibbel Ottens.
- 1 : Jacob Hindriks Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.21 (BB.Wold-Oldambt), geboren rond 1738 (doopsgezind), wonende te Scheemda, overleden op 3 oktober 1764, ongeveer 26 jaar oud. Jacob is getrouwd te Sappemeer op 27 februari 1763 (h.c. IVx1,fol.72vo 22-2-1763), ondertrouwd te Hoogkerk op 30 januari 1763 voor de kerk, op ongeveer 25-jarige leeftijd met Trijntje Jans van Calcar (25 jaar oud), geboren te Scheemda op 19 augustus 1737 (doopsgezind), overleden te Zuidwolde op 17 oktober 1807, begraven op 22 oktober 1807, 70 jaar oud, dochter van Jan Hindriks van Calkar en Christina Hansen Anken. Trijntje is later getrouwd te Nieuw Beerta op 27 november 1768 (h.c. 25 nov. Scheemda), op 31-jarige leeftijd met Harm Everts (ongeveer 37 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.21 (BB.Wold-Oldambt), geboren te Beerta rond 1731 (doopsgezind), wonende te Scheemda en te Zuidwolde (op boederij 't Moordhuis), overleden te Zuidwolde op 18 juni 1789, ongeveer 58 jaar oud, zoon van Evert Harms en Adriaantje Harkes. Evenals zijn broers Albert en Harm, nam hij de familienaam "Noordhoff" aan. De naam zal zijn ontleend aan hun afkomst van de hofstede (boerderij) in het noorden van Noordbroek.
-
2 : Sebo Hindriks van Houten, houtzaagmolenaar, houthandelaar, leeraar der menisten, diacon van de Mennonieten en landbouwer, geboren te Noordbroek op 17 juni 1743 (doopsgezind), wonende te 't Waar (Nieuwolda), overleden aldaar op 7 maart 1814, begraven te Nieuw Scheemda op 11 maart 1814, 70 jaar oud. De eerste houtzaagmolen (in het Oldambt) verrees in 1774 aan het Termunterzijldiep bij 't Waar. Koopman Sebo Hendriks van Houten had daar een vervallen landgoed aangekocht, waarvan de diepe grachten groot genoeg waren om de aangekochte boomstammen op te slaan. Pas nadat het enkele jaren in het water had gelegen, was het hout geschikt voor verwerking (uit "Het Oldambt" Nr.3 blz. 11, ISBN 90 5294 203 X). Hij werd op 4 december 1795 benoemd tot representant van het volk van Stad en Lande voor het Oldambt (uit: Stad en Lande tijdens de Bataafse Republiek, blz.29).
Foto rechts: Het orgel van de familie van Houten in hun huis te 't Waar, dat Sebo zelf bespeelde. Als welvarende landbouwer en houthandelaar kon hij zich veroorloven een eigen orgel te laten bouwen. Deze fraaie kabinetorgel in laatbarokke stijl liet hij in 1777 door de Amsterdamse orgelmakers Herman Adolf Groet en Jan Jacob Vool bouwen. In 1844 liet de familie van Houten het orgel door de orgelmaker Herman Eberhard Freytag uitbreiden. Het is door deze laatste vertegenwoordiger van de Schnitgerschool in artistiek opzicht traditioneel uitgevoerd, en staat ambachtelijk op een hoog peil. Het instrument zal gedurende vele generaties in het huis op 't Waar hebben gestaan, tot het in 1904 door een nazaat aan de doopsgezinde gemeente Zijldijk werd verkocht. In 1935 is het door het kerkbestuur van de kerk te Zijldijk geschonken aan het Groninger Museum. Waarna het grootste nog bestaande kabinetorgel van Nederland te bewonderen was op de Menkemaborg in Uithuizen. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw werd het orgel nog bespeeld, onder andere door ds. Gaaikema, waarbij het orgel vervoerd werd naar ’t Oldörp bij Uithuizen. Toen de conditie van het orgel in 1965 dusdanig slecht bleek, werd het binnenwerk opgeslagen op de zolder van de borg. Op woensdag 7 juli 2010 is het orgel naar de firma Mense Ruiter te Zuidwolde (Gr.) gegaan voor restauratie. Na de restauratie is het vanaf 16 april 2011 niet alleen te zien maar ook weer te horen in de Menkemaborg te Uithuizen.
Op het orgel: koning David vergezeld van twee engelen. koning David bespeelt een harp en de engel rechts van hem fluit en links viool. Volgend de Koran is koning David de boodschapper van de Zaboer. De Zaboer is een verzameling oude gezangen en geestelijke liederen die gelijkgesteld kunnen worden met de Psalmen. (Bronnen: "Boer en Heer", blz. 222 en 587/588, "Groninger Orgelagenda 2011" Ida Stamhuis directeur/conservator Menkemaborg.
Sebo is in ondertrouw gegaan te Noordbroek op 31 mei 1773 (h.c.), op 29-jarige leeftijd (1) met Elisabeth Jans ten Doorncate (22 jaar oud), geboren te Noordbroek op 30 mei 1751 (doopsgezind), overleden te 't Waar (Nieuwolda) op 8 december 1785, 34 jaar oud, dochter van Jan Hendriks ten Doorenkaat en Lammijgien Jacobs. Sebo en Elisabeth zijn de overgrootouders van de schilderes Sina (Sientje) van Houten 1834-1909 die op 23-04-1856 met de beroemde zeeschilder Hendrik Willems Mesdag huwde, eveneens van de minister van Binnenlandse zaken Mr. Samuel van Houten 1837-1930. Zij zijn eveneens de betovergrootouders van de Groninger kunstschilders Gerrit van Houten 1866-1934, Barbara Elizabeth van Houten 1862-1950 en Alida van Houten 1868-1960. Sebo is in ondertrouw gegaan te Nieuwolda op 23 juli 1786 en getrouwd te Nieuw Scheemda op 25 juli 1786, op 43-jarige leeftijd (2) met Ellechien Fiepkes Koolman (28 jaar oud), geboren te Nieuwolda op 2 februari 1758 (doopsgezind), overleden te Nieuw Scheemda op 22 januari 1820, begraven aldaar op 27 januari 1820, 61 jaar oud, dochter van Fiepke Fiepkes Coolman en Elsien Stevens ten Cate. Vanwege de voortzetting van de de houthandel van zijn vader nam hij de familienaam "van Houten" aan. Op 14 september 1787 vond de formele registratie van de compagnieschap met betrekking tot de houtzaagmolen plaats, ten behoeve waarvan in 1773 twee percelen op 't Waar zijn gekocht en in 1774 een houtzaagmolen uit Collum, die op dit terrein opnieuw is opgebouwd. Uitsluitend Sebo Hindriks en vrouw staan geboekt als beklemde meijers, maar de gehele compagnieschap omvatte tevens Jan ten Doornkate en vrouw alsmede wijlen Otto Willems en vrouw, die er volledig deel in hadden. De grond was gekocht voor f5500 en de molen voor f4500. Haar nalatenschap was groot, er werden bedragen tot f15000 genoemd.
-
-
Foto boven: De maquette van de houtzaagmolen van Hindrik Sebes van Houten (1842-1892) te 't Waar, gemaakt in 1865 door zijn compagnon en zwager Hemmo Nantkes Dallinga (1835-1869). Vier jaar later is hij aan een slopende ziekte overleden. Dallinga beeldde zichzelf uit in het achterste huis, gezeten aan een tafel met een borrelglas en een fles voor zich en een lange pijp in de hand. Op de wand van een andere kamer staat: 'Als dit stukkend is, jokken mie de koezen nait meer’.
Op het dak van het achterste huis heeft Dallinga een papieren hart geplakt met de tekst "H.N. Bewerkt Dallinga 1865". Volgens deze tekst lijkt het mij aannemelijk dat hij niet de maker is, maar een reeds bestaande maquette met gekleurd papier heeft beplakt,. De maquette zal dan dus veel ouder moet zijn. Hindrik Sebes is de achterkleinzoon van Sebo Hindriks van Houten en Elisabeth Jans ten Doorncate, en hiermee de vierde generatie op de houtzaagmolen te 't Waar. Het gebouw op de voorgrond is de oorspronkelijke borg, die in 1869 door een nieuw huis werd vervangen. Vlak ernaast bevinden zich oudere fundamenten van kloostermoppen in de grond. Het achterste huis was al in 1856 vernieuwd. Op de maquette zien we verder de 'holtstek' en een knechtenwoning. De maquette is in 1984 door mevr. Van Houten-Lantinga in bruikleen gegeven aan de inwoners van Nieuw-Scheemda en overgebracht uit het depot van de Molenmuseum De Valk te Leiden naar de voormalige NH-kerk te Nieuw-Scheemda. In 1773 richtten Sebo Hindriks (Van Houten), Otto Willems (doopsgezind
voorganger en eigenaar van een boerderij met een kalkbranderij te Noordbroeksterhamrik) en hun echtgenotes een 'Compagnie' (vennootschap) op, met als doel 'het exploiteren van een houtzaagmolen' en het handelen in uit Scandinavië aangevoerd grenen- en vurenhout. Op afbraak kochten ze op 15 oktober 1773 voor f 4,500, - een molen in het Friese Lollum, en deze werd een jaar later op het door hen voor f 5,500, - aangekochte terrein te 't Waar weer opgebouwd. Later begon Van Houten zelf een 'kalkbranderij in het open veld', dus niet in een oven, en hij nam een knecht aan voor het 'potasmaken'. Ook handelde hij in stenen. Het voorgeslacht van de familie komt al in 1683 voor als een leidende doopsgezinde familie in Noordbroek. Het verhaal gaat zelfs dat de rechter achterkamer van het achterste huis een schuilkerkje zou zijn geweest. Vast staat dat Van Houten een prachtig kabinetorgel uit 1779 bezat, dat nu nog in de Menkemaborg te Uithuizen te vinden is. De laatste Sebo van Houten (1865-1919) moet een goed organist zijn geweest. Een kleinzoon van de eerste Van Houten, Derk, vestigde zich in 1834 als houtzaagmulder aan het
Damsterdiep in Groningen. Zijn huis schijnt als kopie van het huis te 't Waar bedoeld te zijn. De kunstschilders Sientje en Gerrit van Houten stammen van. hem af, evenals de links-liberale Groninger politicus Sam van Houten. Uit 't Waar verdween de familie Van Houten in 1913, toen de houtzaagmolen gedeeltelijk afbrandde. Hiermee kwam een einde aan een familietraditie van 144 jaar. Gedeelten van de tekst zijn overgenomen uit het boek "Tussen ’t Zieldaip en ’t Grootmoar", vier eeuwen leven en werken in Nieuw-Scheemda en ’t Waar, 1985).


De houtzaagmolen is vijf generaties in bezit geweest van de familie van Houten en steeds van vader op zoon overgedragen nl.:
- Sebo Hindriks van Houten 1743–1814 en Elisabeth Jans ten Doorncate 1751-1785, opgevolgd door hun zoon.
- Hindrik Sebes van Houten 1779–1866 en Grietje Derks Tonkens 1785-1857, opgevolgd door hun zoon. Hinderik en Grietje zijn de grootouders van Samuel van Houten, advocaat, wethouder, lid tweede en eerste kamer der Staten-Generaal en minister van binnelandse zaken, geboren te Groningen op 17 februari 1837, overleden te 's Gravenhage op 14 oktober 1930, 93 jaar oud, zoon van Derk van Houten en Barbara Elizabeth Meihuizen.
- Sebo Hindrik van Houten 1805–1863 en Gepke Hindriks Zomering 1803-1858, opgevolgd door hun zoon. De broer van Sebo (Derk van Houten) had een houtzaagmolen aan het Damsterdiep in Groningen.
- Hindrik Sebes van Houten 1842–1892 en Stientje Dallinga 1841–1923 en zijn zwager Hemmo Reint Dallinga 1835–1869 en Gepke Sebes van Houten 1834–1870 opgevolgd door de zoon van Hindrik en Stientje.
- Sebo van Houten 1865–1919 en Woltje Alida Hamster 1874-1960 (geen kinderen)


- 3 : Albert Hendriks Noordhoff, geboren te Noordbroek op 16 juni 1746 (doopsgezind), zie IV.
- 4 : Harm Hindriks Noordhoff, diacon van de Mennonieten en rentenier, geboren te Noordbroek in het jaar 1746 (doopsgezind), wonende aldaar en te Beerta, overleden aldaar op 18 november 1824, 78 jaar oud. Harm is getrouwd te Noordbroek op 15 augustus 1773 (h.c. Vij17 18-3-1773), op 27-jarige leeftijd (1) met Anje Abels (ongeveer 47 jaar oud), geboren rond 1726 (doopsgezind), overleden op 23 mei 1793, ongeveer 67 jaar oud, dochter van Abel Jans en Eje Mennes. Anje is eerder getrouwd te Nieuw Scheemda op 6 februari 1756 (h.c.), op ongeveer 30-jarige leeftijd met Harm Itskes van der Wal (ongeveer 37 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.26 (BB.Noordbroek), geboren rond 1719 (doopsgezind), wonende te Noordbroek, overleden tussen 6 juni 1771 en 1772, 52 jaar tot 53 jaar oud, zoon van Itske Abels en Edske Harmens. Harm is getrouwd te Beerta op 5 mei 1797 (h.c.), op 51-jarige leeftijd (2) met Heike Oljes van der Wal (ongeveer 45 jaar oud), geboren te Beerta rond 1752, overleden aldaar op 26 september 1820, ongeveer 68 jaar oud, dochter van Olje Sebes en Adriaentje Itskes van der Wal.
- 5 : Geert Hindriks Torringa, landbouwer en boerderij nr.4 (BB.Noordbroek), geboren op 29 april 1751 (doopsgezind), wonende te Appingedam en te Noordbroeksterhamrik, overleden te Siddeburen op 7 december 1828, 77 jaar oud. Geert is in ondertrouw gegaan te Beerta op 26 augustus 1781 (h.c. Vee13), op 30-jarige leeftijd (1) met Grietje Meertens Ruessels (27 jaar oud), geboren op 9 februari 1754, overleden te Noordbroek op 12 april 1807, 53 jaar oud, dochter van Meerten Geerts en Martje Freriks. Geert is getrouwd te Noordbroek op 23 november 1808 (h.c.), op 57-jarige leeftijd (2) met Geertruida van der Boog (52 jaar oud), geboren op 4 augustus 1756, overleden te Noordbroek op 21 september 1810, 54 jaar oud, dochter van Freerk Freerks van der Boog en Trijntje Jacobs ten Cate. Geertruida was weduwe van Isebrant Cornelis Huisinga, geboren rond 1736, wonende te Appingedam, zoon van Cornelys Derks Huisinga en Sieke Isebrants. Geert is in ondertrouw gegaan te Sappemeer op 23 februari 1812 en getrouwd te Noordbroek op 2 maart 1812, op 60-jarige leeftijd (3) met Annegijn Christiaans Anken (49 jaar tot 50 jaar oud), geboren in 1762 of 1763, overleden te Kleinemeer (Sappemeer) op 3 april 1812, 49 jaar tot 50 jaar oud, dochter van Christiaan Hansen Anken en Fennigien Michiels Ruischer. Annegijn is eerder getrouwd voor 1812, op hoogstens 50-jarige leeftijd met waarschijnlijk Pieter Christiaans Boer (hoogstens 72 jaar oud), geboren rond 1740, wonende te Kalkwijk (Hoogezand). Pieter is eerder getrouwd in het jaar 1769, op ongeveer 29-jarige leeftijd met Aaltje Heres Kalkema (ongeveer 27 jaar oud), geboren rond 1742, dochter van Heere Sijtzes Kalkema en Jantje Jans. Geert nam de familienaam van zijn moeder "Torringa" aan. De naam Torringa is mogelijk afgeleid van de germaanse naam Thor, god van de donder, vruchtbaarheid en beschermer van het huwelijk en de doden. Thor werd voorgesteld als krachtig gebouwd met een rode baard en bliksemende ogen onder borstelige wenkbrauwen met een machtig stemgeluid, een groot eter en drinker en ongecompliceerd van karakter. Ook is het mogelijk dat het een toponiem betreft en het hier gaat om een verhoging in het land, waarnaar de toenmalige bewoner of eigenaar is genoemd. In het Keltisch betekent Tor heuvel. In het Westerkwartier waar de familie Torringa oorspronkelijk vandaan komt, stond ooit een nonnenklooster "Tribus Montibus", genoemd naar drie heuvels aan de horizon.
V : overgrootvader
Albert Hendriks Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.23 (BB.Noordbroek), geboren te Noordbroek op 16 juni 1746 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden te Noordbroek (in Huis nr.232) op 19 september 1827, 81 jaar oud, zoon van Hindrik Seebes (V) en Abelke Jakobs Torringa. Hij tekende in 1791 al met de familienaam Noorthof.
Afbeelding boven: Kadasterkaart van 1832 ( HISGIS ) waarin het land van de familie Noordhoff in geel is ingekleurd. De oorspronkelijke boerderij staat in het midden van een ongeveer 65 meter brede en bijna 5 km lange strook land.
Het betreft hier een zogenaamde opstrekkende heerd die zich uitstrekte vanaf de Nutweg in Stootshorn tot aan de weg Hamrik in Noordbroeksterhamrik. Het perceel rechtsonder is het perceel bij de oude school van Stootshorn waarop het huis van Klaas Dirk Bos staat. Albert Hendriks Noordhoff was ook mede-eigenaar van de Nutweg. Dit is het noord/zuid lopende gedeelte van de Slochterweg. Deze weg was door het gebruik reeds ontstaan en werd door de eigenaren beschikbaar gesteld voor de gemeenschap. Nutwegen of nutlanen waren particuliere eigendommen waarover de gemeente geen zeggenschap had.(zie Noord en Zuidbroek in vroegere jaren blz.221) Ook was hij medeeigenaar van een behuizing, land en zaagmolen gelegen en staande in het bij NieuwScheemda gelegen 't Waar, die hij had geerfd van zijn ouders. Hij draagt zijn deel op 30 mei 1793 over aan zijn broer Sebo Hindriks (van Houten).Albert is getrouwd te Noordbroek op 25 mei 1792 (h.c. raVij), op 45-jarige leeftijd met Grietje Edzes Fokkens Brands (25 jaar oud), geboren te Nieuwolda op 22 september 1766, gedoopt aldaar op 28 september 1766, overleden te Noordbroek op 15 april 1854, 87 jaar oud, dochter van Edzo Epkes Fockens en Grietje Hindriks. In 1792 afkomstig van Overtocht.Uit dit huwelijk:
- 1 : Hendrik Alberts Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.55 (BB.Nieuwolda), geboren te Noordbroek op 3 februari 1793, wonende te Korengarst (Noordbroek) en te Nieuwolda, overleden aldaar op 15 mei 1852, 59 jaar oud. Pachter van boerderij nr.15 (BB. Noordbroek) Op vrijdag 24 september 1813 des morgens om zes uur moest hij zich melden bij de prefect op het provinciehuis aan het Grote Kerkhof (Martinikerkhof) te Groningen om uit te trekken en dienst te nemen in het leger van Napoleon. Hij ruilde echter zijn lot met Jan Roelfs Iserlijt, die zich had vrijgeloot. Voor deze ruiling moest een tweetalig (Frans en Nederlands) certificaat worden opgemaakt. (zie:"Een dorp in de Franse tijd" door: Geert Last). Hendrik is getrouwd te Noordbroek op 16 mei 1828, op 35-jarige leeftijd met Fenna Harms ten Have (40 jaar oud), geboren te Eexta op 9 februari 1788, overleden te Noordbroek op 21 mei 1863, 75 jaar oud, dochter van Harm Jans ten Have en Grietje Willems Tamminga. Fenna is eerder getrouwd te Scheemda op 24 mei 1816, op 28-jarige leeftijd met Geert Pieters Geertsema (23 jaar oud), pachter en boerderij nr.8 (BB.Wold-Oldambt), geboren te Zomerdijk ( Nieuwolda ) op 29 juni 1792, gedoopt te Oterdum op 15 juli 1792, wonende te Eexta en te Korengarst (Noordbroek), overleden aldaar op 8 april 1826, 33 jaar oud, zoon van Pieter Geerts Geertsema en Hillegien Lammerts Hekman.
- 2 : Edzo Alberts Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.98 (BB.Beerta), geboren te Noordbroek op 7 april 1794 (doopsgezind), wonende te Zuidbroek, overleden te Winschoten op 3 maart 1870, 75 jaar oud. Edzo is getrouwd te Zuidbroek op 22 juni 1835, op 41-jarige leeftijd met Rixte Hommes ten Have (35 jaar oud), geboren te Blijham op 21 juni 1800, overleden te Winschoten op 10 april 1870, 69 jaar oud, dochter van Hommo Tjarks ten Have en Aeisse Tonkes Tonkens. Rixte is eerder getrouwd te Noordbroek op 25 april 1822, op 21-jarige leeftijd met Cornelis Jurjens Bouwman (27 jaar oud), landbouwer, geboren te Noordbroek op 18 mei 1794, wonende te Midwolda, overleden aldaar op 18 september 1826, 32 jaar oud, zoon van Jurjen Cornelis Bouwman en Aafke Hilbrandts Niehoff.
- 3 : Abeltje Alberts Noordhoff, geboren te Noordbroek op 11 juni 1795, overleden te Noordbroek (in huis nr.174) op 28 augustus 1831, 36 jaar oud. Abeltje is getrouwd te Noordbroek op 17 maart 1831, op 35-jarige leeftijd met Harm Egberts van Tiddens (38 jaar oud), schoenmaker, zadelmaker en landbouwer, geboren te Noordbroek op 9 september 1792, gedoopt aldaar op 16 september 1792 (doopsgezind), wonende aldaar, overleden aldaar op 18 november 1874, 82 jaar oud, zoon van Egbert Tiddes van Tiddens en Grietje Harms. Harm is eerder getrouwd te Noordbroek op 20 mei 1819, op 26-jarige leeftijd met Grietje Alberts Noordhoff (22 jaar oud), geboren te Noordbroek op 23 september 1796, overleden te Noordbroek (in huis nr.174) op 4 augustus 1825, 28 jaar oud, dochter van Albert Hendriks Noordhoff (IV) en Grietje Edzes Fokkens Brands. Harm is later getrouwd op 17 juli 1834, op 41-jarige leeftijd met Derkje Smid (ongeveer 25 jaar oud), geboren rond 1809.
- 4 : Grietje Alberts Noordhoff, geboren te Noordbroek op 23 september 1796.
- 5 : Geessien
Alberts
Noordhoff, geboren te Noordbroek op 23 februari 1798,
overleden te Nieuwolda op 5 november 1856, 58 jaar oud.
Geessien is getrouwd te Noordbroek op 17 mei 1821, op 23-jarige leeftijd (1) met Engbert Jurjens Homan (25 jaar oud), landbouwer, geboren te Slochteren op 1 maart 1796, gedoopt aldaar op 17 april 1796, wonende te Schildwolde, overleden te Nieuwolda op 17 februari 1827, 30 jaar oud, zoon van Jurjen Engbert Homan en Hilke Pieters. Geessien was gehuwd (2) met Fokko Jans Bronts, geboren te Nieuwolda op 9 april 1799, overleden aldaar op 27 februari 1869, 69 jaar oud. - 6 : Epko Alberts
Noordhoff,
landbouwer, gedoopt te Noordbroek op 7 april 1801, wonende te Hellum.
Epko is getrouwd te Slochteren op 29 april 1837, op 36-jarige leeftijd
met Gesijn Theodoricus Wildeman (44 jaar oud),
geboren te Hellum op 16 april 1793, dochter van Theodoricus
Fokkes Wildeman en Grietje Nannings Dijkhuizen.
Gesijn is eerder getrouwd te Siddeburen op 5 november 1818, op
25-jarige leeftijd met Jan Eltjes Wildhof
(30 jaar oud), landbouwer, geboren op 23 juli 1788, wonende te Hellum,
overleden aldaar op 6 augustus 1835, 47 jaar oud, zoon van Eltje
Tjakkes Wildhof en Eenje Jans. Jan is
eerder getrouwd rond 1813, op ongeveer 25-jarige leeftijd met Engbertje
Jurrens Homan
(ongeveer 19 jaar oud), gedoopt te Slochteren op 9 maart 1794,
overleden te Schildwolde op 31 januari 1816, 21 jaar oud, dochter van
Jurjen
Engbert Homan en Hilke Pieters.
- 7 : Anje Alberts Noordhoff, geboren te Noordbroek op 13 december 1803. Anje is getrouwd te Muntendam op 3 december 1841, op 37-jarige leeftijd met Hindrik Seijes Kuipers (ongeveer 30 jaar oud), geboren rond 1811.
- 8 : Jacob Alberts
Noordhoff,
geboren te Noordbroek op 25 augustus 1805, zie III.
II : grootvader
Jacob Alberts Noordhoff, boerderij
nr.23
(BB.Noordbroek),
geboren te Noordbroek op 25 augustus 1805, wonende aldaar, overleden
aldaar in het jaar 1867, 62 jaar oud, zoon van Albert
Hendriks Noordhoff (IV) en Grietje Edzes Fokkens
Brands. Jacob is getrouwd te Slochteren op 1 juli 1848, op
42-jarige
leeftijd met Kornelia Jakobs van Bruggen (35 jaar
oud), geboren te Slochteren op 22 november 1812, overleden te
Noordbroek in het jaar 1901, 89 jaar oud, dochter van Jakob
Haijes van Bruggen en Aaltje Cornelis Luning.
Kornelia haar vader, Jakob Haijes van Bruggen,
was tolmeester, kerkvoogd (beheerder van kerkgoederen), kastelein
en taxateur bij het kadaster. Hij was ook schepper (is hoofd van een
waterschap) van Kolham, behorende tot de Slochter zijlvestenijen.
Het
gezin van Bruggen woonde op 3 mei 1810 op het stadstolhek te Foxham
(Nieuwe laan). Dit tolhek werd in de Stads Resolutie de "bek af"
genoemd en was oorspronkelijk ten westen van de foxholsterbrug
aan de Lange rak geplaatst. Waarschijnlijk dicht bij de tegenwoordige
stads klapbrug aldaar. Deze brug werd bek-af-klapbrug genoemd. Later is
het op verzoek van de toenmalige huurderesse (de weduwe van Hindrik
Jansens) op eigen kosten naar de oostzijde van de foxholsterbrug
verplaatst (Stads Resolutie van 11 juni 1659).
Afbeelding links: Een van de heren- of familiebanken in de Damkerk van Hoogezand. De familie van Bruggen had een vaste zitplaats (1e bank aan de westzijde) in de hervormde kerk van Hoogezand. Na de restauratie in 1980 zijn niet alle banken op de oorspronkelijke plaats terug gezet, waardoor we de betreffende familiebank niet meer kunnen aanwijzen. De mannen zaten in het smallere voorste gedeelte (om ze uit de slaap te houden?) en de vrouwen zaten er achter. Ook was er onderscheid tussen de banken van de meer gegoede burgers van zwaar eikenhout en de vurenhouten banken van het gewone volk.
In 1760 werd het tolhek voorzien van een ijzeren hek met blauwe arduinstenen pilasters. Op de bovenste foto (omstreeks 1900) staan de tolgaarder Albert Bentum (links) en Van der Ploeg (rechts), eigenaar van een busmaatschappij te Veendam. Uit 700 jaar Kolham blz.48. Bij de kerk van Kolham zijn de zerken van Jakob en Aaltje met twee kinderen nog op het kerkhof aanwezig. Zij behoren tot de oudste zerken op het betreffende kerkhof, en zijn voorzien van het eeuwenoude symbool van eeuwigheid, waarbij een slang zichzelf in de staart bijt, met daarboven twee vlinders als symbool van wederopstanding en of wedergeboorte. In de christelijke symboliek werd de pop gelijkgesteld met het menselijk lichaam en de vlinder gezien als symbool van de uit het lichamelijk omhulsel bevrijde ziel. Jacob van Bruggen komt, als tauxateur bij het kadaster in de provincie Groningen wonende te Foxham, voor op de lijst van intekenaren van het "Jaarboek van en voor de provincie Groningen" door Nikolaas Westendorp. uitgegeven in het jaar 1829 door J. Oomkens te Groningen.
Afbeeldingen rechts: De tolhek met café/
tolhuis te Foxham. Op de foto is slechts een derde van het totale huis
te zien. De gelagkamer had aan de zijkant vier ramen. en daarachter
waren de paardenstallel en koestallen. In het midden liep een gang
vanaf de weg naar de stallen met links de gelagkamer en rechts de
woonkamer met twee bedsteden en daarachter de keuken eveneens met twee
bedsteden. Voor het café staan langs de weg twee scheef gegroeide bomen,
waarvan de stammen zijn witgekalkt. Het wit kalken van boomstammen werd
vooral gedaan om schadelijke insecten te weren, het aanvreten van
bast
(bij jonge bomen) door geiten en om het scheuren van de bast door
weersinvloeden te voorkomen. Een bijkomend voordeel is dat de
bomen langs de weg in
het donker beter zichtbaar zijn. Voor het kalken werd een mengsel van
kalk, klei (bentoniet) en gedroogde koemest gebruikt.
Jacob van Bruggen was ook eigenaar van de naast het tolhuis gelegen huis met de naam “Molenzigt”. In de Groninger courant van 15 maart 1825 de volgende advertentie: TE HUUR, huis MOLENZIGT, te Foxham, aan den trekweg, bestaande in twee behangen Voorkamers, Kelderkamer, keuken met nog een aparte Stookplaats, Put en Regenbak; STALLINGEN voor Paarden en Koeien, en eene goede TUIN, met onderscheidene soorten van Vruchtboomen, met of zonder de daar achter gelegen WEILANDEN. Te bevragen bij de ondergetekende J van BRUGGEN, aldaar. Het was kennelijk een voornaam huis, gezien de vermeldingen van de bewoners in enkele advertenties. Op 1 november 1825 bewoond door den Heer en Mevrouw FAURE en tot 1836 door advocaat Mr. Jannes van Bolhuis Trip (1808-1837).
Afbeelding boven: Een ingekleurd detail van de in 1635 door Egbert Haubois en Jan Lubberts vervaardigde kaart van de stad Groningen.
Kornelia haar zuster Hinderkien Jacobs van Bruggen 1805-1867 trouwde in 1829 met scheepsbouwer en reder Hindrik Johannes Limborgh
1792-1875. Eigenaar van de grote scheepstimmerwerf "De Noorderwerf" aan
de Noorderhaven in Groningen. In de laatste helft van de 18e eeuw
werden er in de stad Groningen veel schepen gebouwd. De werven lagen
zowel binnen als buiten de wallen. Binnen de wallen lagen twee grote
werven de Zuiderwerf en de Noorderwerf. De Zuiderwerf bevond zich aan
het Zuiderdiep. De Noorderwerf lag op het terrein van de Noorderhaven
tussen de Zoutstraat en Werfstraat. Deze helling bezat een groot erf
met een eigen havenruimte. In de 17e eeuw werden er al schepen voor de
West Indische Compagnie gebouwd, want op de kaart van Haubois is de
werf geheel door hekken omgeven met een monogram van de West Indische
Compagnie ingetekend (zie afbeelding). De werf werd omstreeks 1880 opgeheven.
Foto boven: een detail van een foto die fotograaf P.B. Kremer omstreeks 1900 van de Noorderhaven. De loodsen van de inmiddels opgeheven Noorderwerf bestonden toen nog, maar zullen spoedig daarna zijn afgebroken.
Kornelia haar broer Haijo van Bruggen 1807-1880 trouwde in 1845 met Geesje Pieters Mulder 1810-1878. Haijo was aannemer en eigenaar van houtzaagmolen De Haan te Helpman. Stamvader van een bekend Groninger geslacht van houthandelaren. Zijn zoons Jacob 1845-1902 en Gerrit 1851-1884 waren eigenaren van de houtzaagmolens De Zon en De Vriendschap aan het Winschoterdiep. Ook de stoomhoutzagerij Gideon, iets zuidelijker aan het Winschoterdiep was in hun bezit (bron: Een vergeten 19e-eeuws industrieterrein in kaart gebracht, door Aletta Bastmeijer en Rita Overbeek).
Afbeelding boven: De houtzaagmolens aan het Schuitendiep (Winschoterdiep) omstreeks 1880. Op de voorgrond molen "De Vriendschap" (voor 1736-1890) met bijbehorende molenaarswoningen. Op de achtergrond molen "De Zon" (1753-1882). Rechts aan de horizon is de Martinietoren van Groningen nog net zichtbaar (foto: collectie Groninger Archieven). Inzet rechtsboven een afbeelding van een anzichtkaart omstreeks 1910 met houtzaagmolen "De Haan" (1858-1925) aan het Hoornse diep te Helpman.
Geesje haar halfbroer
Berend Pieters Mulder 1816-1864 is de schoonvader van de Groninger
industrueel Jan Evert Scholten
1849-1918. Jan Evert trouwde op 9 juli 1870 te Groningen met Geessien
Mulder 1852-1944. Hij woonde met zijn gezin in het Scholtenshuis aan de
Grote Markt en erfde na het overlijden van zijn vader Willem Albert in
1892 een fortuin en behoorde daarmee tot de meest vermogende mannen in
Nederland. Jan Evert breidde de industriële en zakelijke
activiteiten van zijn vader verder uit en was zeer actief op
maatschappelijk gebied. Geessien haar zuster Hinderkien Mulder 1845-1927 trouwde met de houthandelaar Harm van Bruggen 1839-1883, grootvader van de bekende Groninger dansdocente in klassiek ballet Gretel van Bruggen
(1914-1985). Hoewel deze uit Noorddijk stammende familie van
Bruggen ook in de houthandel zat stammen zij niet van dezelfde
voorouders af als Haijo van Bruggen.
De nicht van Jacob Alberts Noordhoff (Abeltje Geerts Torringa) is de betovergrootmoeder van de arts en CDA-politicus Dr. Roelof Johannes Hendrik Kruisinga, geboren
te Grijpskerk op 27 augustus 1922 (doopsgezind), wonende te
Wassenaar, zoon van Hendrik Jurjen Kruisinga en Egberdina
Sjobbema. Roelof is getrouwd te Amersfoort op 21 juni 1952, op
29-jarige leeftijd met Anna Wilhelmina van Beek. Hij
promoveerde in 1922 aan de universiteit in Groningen op
"Slechthorendheid en het verstaan van spraak : een onderzoek naar de
validiteit van het gehoororgaan", werd
staatssecretaris op volksgezondheid in het kabinet-De Jong en daarna
van verkeer en waterstaat in het kabinet-Biesheuvel. Werd minister van
Defensie in het kabinet-Van Agt en verzette zich (vooral als
medicus) als enige in het kabinet tegen de productie van de
neutronenbom en trad daarom al na drie maanden af. Was daarna senator
en vicepresident van de uitvoerende raad bij de Wereld
Gezondheidsorganisatie.
- 1 : Jacob Noordhoff,
geboren te Noordbroek op 30 oktober 1851, zie II.
II : vader
Jacob
Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.23
(BB.Noordbroek),
geboren te Noordbroek op 30 oktober 1851, wonende aldaar, overleden
aldaar op 26 juni 1935, 83 jaar oud, zoon van Jacob Alberts
Noordhoff (III) en Kornelia Jakobs van Bruggen.
Jacob is getrouwd te Delfzijl op 19 mei 1876, op 24-jarige
leeftijd met Geertje Abels Venhuis (27 jaar oud),
geboren te Heveskes op 16 maart 1849, overleden te Noordbroek op 30
juli 1934, 85 jaar oud, dochter van Abel Pieters Venhuis
en Zwaantje Geerts Geertsema.
De
foto
rechts: Jacob Noordhoff en Geertje Venhuis gemaakt op hun 40
jarige huwelijksjubileum in 1916 door schoonzoon David
Landeweer.
- 1 : Jacob Noordhoff, wethouder, boerderij nr.30 (BB.Termunten), geboren te Noordbroek op 21 maart 1877, wonende te Borgsweer, overleden te Winschoten op 1 september 1965, begraven te Borgsweer, 88 jaar oud. Jacob is getrouwd te Winschoten op 17 mei 1905, op 28-jarige leeftijd met Harmanna Heikolina Koster (24 jaar oud), geboren te Beerta op 7 juni 1880, overleden te Winschoten op 15 februari 1961, 80 jaar oud, dochter van Harm Freerk Koster en Haikolina Wirtjes.
Uit dit huwelijk:
- Jacob Noordhoff, landbouwer, boerderij nr.30 (BB.Termunten), geboren op 13 april 1906, wonende te Borgsweer, overleden op 15 december 1993, 87 jaar oud. Jacob is getrouwd te Bellingwolde op 10 juli 1931, op 25-jarige leeftijd met Gezina Harmina ten Have (23 jaar oud), geboren te Ulsda op 24 maart 1908, overleden te Zuidlaren op 6 mei 1965, 57 jaar oud, dochter van Tonko Hommo ten Have (landbouwer) en Hiltje Bultena. Harmanna. Uit dit huwelijk:
- Heikolina Noordhoff, geboren te Borgsweer 1931, getrouwd te Woldendorp 1953, op 21-jarige leeftijd met Hero Elzo Edens (27 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.103 (BB.Beerta), geboren te Winschoteroostereinde 1926, wonende aldaar, overleden op 7 januari 1987, 60 jaar oud, zoon van Jan Albert Edens (voorzitter v/h waterschap Reiderland, landbouwer en boerderij nr.103 (BB.Beerta)) en Naantje Aletta Gastman.
- Hilda Harmina Noordhoff, geboren te Borgsweer 1933, getrouwd te Woldendorp 1956, op 23-jarige leeftijd met Menso Starke (29 jaar oud), landbouwer en boerderij nr.106 (BB.Noordbroek), geboren te Zuidbroek 1927, wonende te Uiterburen (Zuidbroek), zoon van Berend Starke (landbouwer en boerderij nr.106 (BB.Noordbroek)) en Eissina Cornelia Hamster.
- Jacob Noordhoff, geboren op 7 oktober 1937 te Borgsweer, overleden op 25 juli 2013 te Groningen, landbouwer te Borgsweer , boerderij nr.30 (BB,Termunten), getrouwd te Slochteren in 1962, op 24-jarige leeftijd met Aaltje Veltman (22 jaar oud), geboren te Scharmer 1939, dochter van Jan Veltman en Henderika Pauwels.
- Henderika (Karin) Noordhoff, geboren in 1963 te Borgsweer
- Heikolina Noordhoff, geboren in september 1908, verdronken op 7 juni 1927 t.g.v. een auto ongeluk, begraven op 11 juni 1927, 18 jaar oud.
''Nieuwsblad van het Noorden'' woensdag 8 juni 1927:
HET VERSCHRIKKELIJKE AUTO-ONGELUK TE VEENDAM.
Omtrent dit ongeval schrijft
onze correspondent ons nog de volgende nadere bijzonderheden: Het
ongeluk heeft zich volgens eerste ooggetuigen aldus voorgedaan: De heer
T. Kram, landbouwer aan het Beneden-Oosterdiep landzijde, had zijn
zoon, die militair is, naar Assen gebracht. Op den terugweg ontmoette
hij zijn dochter, mej. Rika Kram, met hare 3 loge's, de dames Lien
Noordhoff, van Borgsweer, Dien Smit, van Kalkwijk en Bettie Huisman,
van Stadskanaal op het Oosterdiep en nam ze mee in zijn Chevrolet. De
auto reed op de klapbrug, welke naar zijn boerderij voert, nam een
verkeerde richting en stortte, hoe het kwam weet tot nog toe niemand,
voorover in het kanaal. Mej. Rika Kram sloeg het portier open sprong te
water en klom op de auto, die geheel onder water lag. De technische
werkman Timminga, die onmiddelijk bij de brug woont, hoorde alles en
begaf zich direct te water. Als goed zwemmer dook hij onder en wist
spoedig de dames Smit en Huisman boven water te brengen, daarbij flink
bijgestaan door een jongeman Schuur, die ook te water was maar niet
zwemmen kon. Ook werd de heer Kram uit de auto gehaald, toen het geroep
kwam, dat nog een dame in de auto moest zijn. Schuur moest toen in het
dek van de auto een opening maken en weldra brachten de beide dappere
redders mej. Noordhoff boven water, die reeds het bewustzijn had
verloren. Spoedig was de medische dienst in werking, de patienten, de
meest ernstige, waren in de naburige huizen gebracht. De dames Kram en
Smit, ongedeerd, begaven zich te voet naar huis. Dr. van Heuveln
trachtte met een zuurstof apparaat de ademhaling bij Mej. Noordhoff op
te wekken, maar helaas, het einde van het jonge leven was gekomen. Nu
werd alle zorg besteed aan den heer Kram, onder medewerking van dr.
Tjabbes en dr. Heerdt. Kort te voren had hij nog met enkele omstanders
gesproken. Vermoedelijk heeft het vuile water inwendig veel schade
gedaan, want omstreeks half 3 was ook de heer Kram overleden. Mej.
Bettie Huisman is nog heel ernstig ziek. Prof. Polak Dniels van
Groningen is op consult geweest en heeft vervoer naar huis verboden.
Mej. Smit is naar haar ouders afgereisd. Van grooter omvang had dit
droevig ongeval kunnen zijn als niet Timminga, met opoffering van eigen
leven, zelf bovenmenschelijk werk had gedaan. Aan hem komt in de eerste
plaats lof en dank toe.
- 2 : Kornelia Noordhoff, geboren te Noordbroek op 27 augustus 1878, zie I.
- 3 : Abeltje Noordhoff, geboren te Noordbroek op 27 januari 1883, overleden te Groningen (ziekenhuis) op 10 juli 1962, 79 jaar oud. Abeltje is getrouwd te Noordbroek op 8 mei 1907, op 24-jarige leeftijd met Theodoricus Faber (25 jaar oud), landbouwer, wethouder en fabrikant, geboren te Wehe (Leens) op 3 februari 1882, wonende te Oterdum en te Groningen, overleden rond 1971, ongeveer 89 jaar oud, zoon van Reint Faber en Lubbertha Titia Romelingh.
Begin 1941 werd Theo Faber eervol ontslag verleend als districtsleider van de NSB (Nieuwsblad v/h Noorden 25-03-1941). Hij bleef actief lid van de NSB en werd als voormalig eigenaar van een confectiefabriek op 11 september 1943 door de nieuwe NSB burgemeester Tammens van Groningen tot wethouder van sociale zaken benoemd. Mogelijk onder de indruk van de naderende geallieerde legers hield hij het al gauw voor gezien, en vroeg per 1 december 1944 ontslag. Zijn vacature werd daarna niet meer vervuld, en de overgebleven wethouders werden met ingang van de bevrijding geschorst (uit: Politiek en bestuur in spannende jaren, ISBN 90 232 3984 9, blz.234 en 235).
Uit dit huwelijk:- Geertje Faber, geboren te Delfzijl op 17 mei 1908, overleden op 20 december 1996 te Amsterdam, 88 jaar oud, getrouwd te Groningen op 13 augustus 1937, op 29-jarige leeftijd met Jan Louis Jansonius (28 jaar oud), officier, geboren te Solwerd op 21 augustus 1908, wonende te Groningen en te Amsterdam, overleden aldaar op 15 mei 1996, 87 jaar oud, zoon van Jan Louis Jansonius (zeepzieder en koopman) en Frouwke Betke.
Verloofd: december 1934 te Groningen. Geertje, Boteringesingel 6 en Jan, Kraneweg
30b te Groningen. Jan was werkzaam bij een verzekeringsmaatschappij en
werd van 1933 tot 1937 lid van de NSB. Zij woonden in 1939 Padangstraat
13 te Enschede (Jan was toen Onderstorm-leider en Stafchef), in 1942 Malibaan 66 te Utrecht en in 1960 te Amsterdam. Jan Louis Jansonius was stafchef van de Germaanse SS in Nederland, was een schoolgenoot van Henk Feldmeijer, (1910-1945), oprichter van de Nederlandse SS. Tijdens Feldmeijers tweede frontdienst trad hij op als diens plaatsvervanger. Jansonius werd later stafchef van de landwacht. Hij zat in 1945 naast Feldmeijer in de auto toen deze dodelijk werd getroffen. Daarna kreeg hij de functie van 'waarnemend Voorman'. Na de oorlog werd hij veroordeeld tot een straf van 15 jaar hechtenis.
- Theodoricus Abel Jansonius, geboren te Enschede op 4 mei 1939, overleden te Groningen op 25 januari 1946, 6 jaar oud.
- Jan Lodewijk Jansonius, econoom, geboren te Utrecht 1942, wonende te Spaardam, te Londen en te Nice.
Jan is getrouwd te Amsterdam 1972, op 30-jarige leeftijd met Christine Mitchell Alderton (34 jaar oud), danseres, geboren te Wallington (bij Londen) 1938. - Gerda Lubbertina Titia Jansonius, geboren te Nordhorn (Benth.) 1944.Gerda was gehuwd (1) met Riek van Bennekom, geboren rond 1944, overleden voor 1987. Gerda is getrouwd te Marburg 1990, op 45-jarige leeftijd (2) met Patrick Muller (32 jaar oud), geboren te Saarbrucken 1958, wonende te Marburg. Gerda is secretaresse bij de Philipps-Universiteit te Marburg en een bevoegde lerares van de boeddhistische Shambhala pad (Tibetaanse boeddhisme). Zij is een oud leerling van Chögyam Trungpa Rinpoche en zijn zoon Sakyong Mipham Rinpoche. Shambhala is een wereldwijde organisatie die meditatie, contemplatieve disciplines en boeddhistische studies aanbied.
Omstreeks 1953 logeerde tante Geertje met Jan en Gerda bij ons op de boerderij in Noordbroeksterhamrik. v.l.n.r. Jan Pieter de Groot, Gerda Jansonius, Geertje de Groot, Jan Jansonius, Linie de Groot - Thools en Geertje Jansonius - Faber.
- Lubberta Titia Faber roepnaam Bertha, geboren 8 mei 1911 te Oterdum, overleden 20 juli 1991 te Lohmar (Duitsland), getrouwd te Bonn op 11 juli 1938 met Frans W. M. Schmitz, referendaris, geboren rond 1908, wonende te Ramersdorf (Bonn, Duitsland). Frans Schmitz is ooit Prins karneval (in Keulen?) geweest.
Uit dit huwelijk:
- Theodora Ferdinanda (Dora) Schmitz, geboren april 1939 te Ramersdorf (D.), wonende te Bruhl getrouwd met Charly Hase.
- Heinrich Ferdinand (Heinz) Schmitz von Elvenich, geboren 23 augustus 1940 te Ramersdorf (D.) Heinz kocht de familienaam van zijn vrouw en voegde deze toe aan zijn eigen familienaam. getrouwd met Elsbeth Elvenich. Heinz en Elsbeth wonen in Erfstadt en hebben 4 zonen.
- Paul Theodorus (Paul) Schmitz, geboren 23 augustus 1940 te Ramersdorf (D.) gehuwd met Christa, hebben 2 dochters en zijn later weer gescheiden.
- Franz Gerd Schmitz, geboren rond 1943, verongelukt omstreeks 1988 en laat 3 kinderen na.
- 4 :
Zwaantje Noordhoff, geboren te Noordbroek op 11 januari 1887, wonende te Martenshoek (Hoogezand), overleden te Steenwijk (hervormde bejaarden Tehuis) op 11 juli 1979, 92 jaar oud. Zwaantje is getrouwd te Noordbroek op 1 maart 1911, op 24-jarige leeftijd met David Lammert Landeweer (29 jaar oud), fabrikant van stoommachines, afkomstig uit Martenshoek (Hoogezand), geboren in het jaar 1882, wonende aldaar, overleden aldaar op 15 juni 1952, 70 jaar oud, zoon van Lammert Landeweer en Dietje Romeling. De bewaard gebleven stoommachines in het Museum Stoomgemaal te Winschoten en in de H.T.S. te Leeuwarden zijn in zijn fabriek te Martenshoek (later machinefabriek Gorter) vervaardigd.
Foto
rechts: Een stoommachiene uit de fabriek van David Landeweer te
Martenshoek, gebouwd in 1895. De machiene is nog te bewonderen in
het Museum Stoomgemaal
Winschoten .
Foto
links: Naamplaatje van de in 1897 door de firma
Landeweer voor de NV Leeuwarder Houthandel (v.h. Th. W. Overmeer
en Zonen) te Leeuwarden gebouwde stoommachiene. Deze was tot 1965
in bedrijf. De stoommachine werd daarna geschonken aan de
HTS-Leeuwarden (NHL). D.H. Landeweer is grootvader
David Harms Landeweer
(1804-1881). Inmiddels is NHL verhuist naar de nieuwbouw op de
Kenniscampus. De stoommachine wordt een tijdje elders opgeslagen en
krijg later een blijvende plek in Leeuwarden.
Kleinzoon David Buurma (1865-1949, zoon van Alberdina Gezina Landeweer (1841-1916) publiceerde als emeritus-predikant de volgende jeugdherinnering (omstreeks 1888) in het Handelsblad van 25 december 1932:
Ongeveer een halve eeuw geleden werd door wijlen den heer Harm Davids Landeweer
(1836-1926), destijds oudste firmant in de machinefabriek D. H.
Landeweer en Zonen te Martenshoek, een bootje gebouwd dat veel
overeenkomst had met de in het „Polytechnisch Weekblad"
gememoreerde ingenieuze uitvinding van Kort. De bedoeling van den heer
Landeweer was ook, om een stoomboot te vervaardigen voor ondiep water;
hij had speciaal op het oog het Zuidlaardermeer. Tevens was zijn
principe aan dat van Kort gelijk. Boven en in den platten bodem van
zijn scheepje was een gebogen tunnel aangebracht, die voor en achter
met het buitenwater in verbinding stond. Waar deze buis hare hoogste
welving bereikte, was een centrifugaalpomp geplaatst, die het water
door den voormond opzoog en door den achtermond weer uitstuwde. Door de
kracht van het uitgestuwde water werd het bootje voortbewogen. Daar
schrijver dezes een halve eeuw geleden een waterfiets bouwde en bereed,
dus zijn belangstelling in vaartuigen toonde, werd hij door
oom-Landeweer uitgenodigd de proeftocht van Martenshoek naar
Zuidlaren mee te ondernemen. De heenreis, vóór den wind,
verliep zeer voorspoedig, maar op de terugreis moest er tegen een
fellen Noordelijken wind en tegen belangrijke golfslag gekampt
worden. Juist toen het Foxholstermeer bereikt werd, bleek de
kolenvoorraad verbruikt te zijn; wij bleven dus geen 32.6 procent
beneden de begrooting. Het onderscheid tussen voorheen en thans?
Model-Landeweer had een I-vormige, model-Kort heeft 'n Y-vormige
tunnel. Landeweer, bracht het stuwende water door een centrifugaalpomp
in beweging; Kort doet het door een schroef. Toch leek mij de
overeenkomst tussen beide uitvindingen treffend. Op onzen proeftocht
voor 50 jaren, werd solide gewerkt; stuurman was wijlen de heer E. Jonker,
oud-gezagvoerder van de koopvaardij. Hij zag bij thuiskomst zo zwart
als een neger; de rook uit den schoorsteen had hem fel geplaagd, twee
uren lang. De oud-gezagvoerder E. Jonker zal kapitein Evert Jonker (1825-1899) zijn geweest, de schoonvader van zijn zuster Willemtje Buurma (1869-1949).
Volgens Hendrien Landeweer (kleindochter van Klaas Landeweer) werd de locomobiel al in 1895/1896 door de broers David (1864-1921), Evert (1878-1946) en Klaas Landeweer
(1882-1955) gebouwd. Proefritten vonden in alle vroegte ’s
ochtends plaats ver buiten het dorp, voor het geval er iets fout mocht
gaan. Bij die eerste proefritten waren alleen de twee jongste broers
aanwezig.
Op de site Contactgroep Automobiel- en Motorrijwielhistorie staat dat H. Landeweer tussen 1902 en 1906 een auto
met een 1,75 pk DeDion Bouton
eencilindermotor bouwde. Het was een vierzitter waarmee de eerste rit werd
gemaakt op 10 augustus 1904. Tijdens de proefritten reden afwisselend
mee: broers Evert (1843-1896), Lammert (1847-1909) en zuster Alberdina-Gezina
(1841-1916) nichtje Meiske Buurma (1868-1954), de op Martenshoek geboren broers Berend Poppens (1863-1930) en Fokke Poppens (1854-1909), P. Smit,
Huizinga en Buizing.
De volgende plaatsen werden bezocht: Groningen,
Zuid-Laren, Wolfsbarge, Kropwolde, Zuidbroek, Noordbroek, Kolham,
Scharmer, Harkstede, Slochteren, Delfzijl, Appingedam, Nieuwolda,
Veendam, Wildervank, Siddeburen, Stadskanaal, Ter Apel, Nieuwe Pekela
en Oude Pekela. Op 15 juni 1906 kreeg de auto het provincienummer
A-224. Landeweer heeft het bij dit ene exemplaar gehouden.
Foto rechts: De in 1902 door Landeweer te Martenshoek gebouwde auto met kenteken A-224 ( Bron: conam.info ).
Afbeelding links: advertentie in "De revue de sporten", jrg. 9, no 34, van 3 mei 1916.
Klaas Landeweer
(1882-1957) opende op 25 augustus 1908 de poorten van de
'Internationale Automobile Centrale' te Utrecht, welke volgens de
Kampioen van 11 september van dat jaar tot één der
grootste automobiel zaken van Nederland gerekend mocht worden. Het
gebouw werd door de 'Revue der Sporten' geprezen vanwege zijn
gezellige uiterlijk. De garage was van alle gemakken voorzien. De
modernste werktuigen werden aangedreven door een 5pk elektromotor. De
garage gebruikte een voor die tijd moderne krik op wieltjes
(Adam's creec). Verder was er een wasinrichting (voor
automobielen) en een 'benzine-huisje', waarin een opslagreservoir met
een inhoud van 1000 liter. Klaas had al praktijkervaring
opgedaan in automobielfabrieken in Berlijn, New York en Parijs. Waarom
zoon Klaas naar Utrecht verhuisde is niet bekend, maar verstandig was
het natuurlijk wel: Utrecht was centraal gelegen en bezat al enige
importantie op het gebied van auto-import. Bovendien had de stad een
welgesteld achterland (zoals Zeist en Doorn). Gedurende de eerste jaren
vertegenwoordigde Landeweer het Belgische merk Nagant, in ieder geval
tot 1910 (N.A.C. jaarboekje). Het importeurschap van Nagant verschuift
dan naar de Auto-Garage 'Central' te Maastricht. In 1913 wordt
Landeweer hoofdagent voor Cadillac, en subagent voor De Dion Bouton en
Minerva. De naam Landeweer en Cadillac zullen bijna zeventig jaar met
elkaar verbonden blijven. ( Bron: conam.info ).
Uit dit huwelijk:
- Lammert Jacob Landeweer ook genaamd Bert, huisarts, geboren rond 1912, wonende te Havelte, gehuwd met Hillechiena Johanna Miedema ook genaamd Lien, verloskundige, geboren rond 1896. Uit dit huwelijk:
- Janneke Zwaantje Landeweer, geboren op 24 oktober 1942, overleden te Meppel op 7 november 1942, 14 dagen oud.
- Geertje Dietje Landeweer, geboren te Martenshoek (Hoogezand) op 7 juli 1913, overleden op 24 juni 2006, 92 jaar oud, gehuwd met Jan Aarnoutse, leeraar wiskunde, geboren rond 1911, wonende te Culemborg, overleden in het jaar 1972, ongeveer 61 jaar oud. Uit dit huwelijk:
- Ada Aarnoutse, geboren rond 1945, Ada is gehuwd met Peter Jahn, geboren rond 1936 (?), wonende te Munchen.
- Grieteke Aarnoutse, arts, geboren rond 1947, wonende te Nieuwdorp.
- Marian Aarnoutse, arts, geboren rond 1950, wonende te Nieuwdorp.
5 : Abel Noordhoff, boerderij nr.23 (BB.Noordbroek) en boerderij nr.45 (BB.Noordbroek), geboren te Noordbroek op 28 juni 1889, wonende aldaar, overleden te Groningen (ziekenhuis) op 10 april 1953, begraven te Noordbroek, 63 jaar oud. Abel is getrouwd te Noordbroek op 26 mei 1914, op 24-jarige leeftijd met Gezina Ida Zuidhoff (22 jaar oud), geboren te Noordbroek op 27 september 1891, overleden te Groningen (ziekenhuis) op 28 november 1946, begraven te Noordbroek, 55 jaar oud, dochter van Pieter Eltjo Zuidhoff en Ida Catharina Oosthoff. Gezina haar zuster Dievertje Zuifhoff (1881-1972) was een vriendin van mijn grootmoeder Kornelia Noordhoff (1878-1964). Dievertje trouwde in 1903 met Jakob Wiert ten Have (1879-1952), landbouwer te Noordbroek (boerderij nr.26, BB.Noordbroek). Het zijn de ouders van professor Tonko Tjarko ten Have (1906-1975) grondlegger van de andragogie (opvoeding en vorming van volwassenen). Tonko Tjarko ten Have trouwde in 1932 met Wilhelmina Petronella van der Werff. Tijdens de oorlog was Wilhelmina ten Have in de stad Groningen zeer actief in het verzet. In de zomer van 1942 bezocht ze de gebroeders Meyer en Isaac Asscher bij hun in de buurt en drong er bij hen op aan om onder te duiken. In eerste instantie namen Wilhelmina en haar man, professor Tonko ten Have, de broers in hun eigen huis op. Echter, omdat ze in deze buurt waren opgegroeid en bekend waren als de zonen van wijlen de opperrabbijn van de stad en zijn vrouw, de schrijfster Clara Asscher-Pinkhof werd dit als te gevaarlijk beschouwd. Wilhelmina, bijgenaamd Zus, vond daarom nieuwe plaatsen om de broers te verbergen en voorzag hen regelmatig van voedselbonnen en valse identiteitsbewijzen. Tijdens de oorlog fungeerde Wilhelmina ook als tussenpersoon tussen de geïnterneerde mensen in Westerbork en hun vrienden en familie er buiten. Gevangenen verzonden brieven naar haar huis die zij vervolgens doorstuurde. Dit was evenals het verbergen van vluchtelingen een bijzonder risicovolle activiteit. In de winter van 1944 werd Wilhelmina gearresteerd en overgebracht naar de vrouwengevangenis in Duitsland, waar ze werd gemarteld, maar de oorlog wel overleefde. Op 5 april 1982 werden Tonko Tjarko ten Have en zijn vrouw Wilhelmina Petronella ten Have-van der Werff door Yad Vashem erkend als Righteous Among the Nations (rechtvaardigen onder de Volkeren).
Foto
rechts: Abel Noordhoff in het uniform van de Grendiers met Sjako
M1865 en onderofficierssabel M1895, gefotograafeert door
W.F.A. Delboy,
Passage 20 Den Haag en ingekleurd door Jan Pieter de Groot op
basis van informatie van het Legermuseum te Delft.
Uit dit huwelijk:
- Pieter Eltjo Noordhoff, landbouwer en boerderij nr.45 (BB.Noordbroek), geboren te Noordbroek op 1 november 1915, wonende aldaar, overleden aldaar op 23 februari 2005, 89 jaar oud, getrouwd te Veendam op 30 juli 1942, op 26-jarige leeftijd met Hilje Jantje Bolhuis (26 jaar oud), geboren te Veendam op 19 november 1915, overleden aldaar op 7 februari 2007, 91 jaar oud, dochter van Meindert Bolhuis en Riksta Eisina Cornelia Bosscher. Uit dit huwelijk:
- Riksta Gezina Noordhoff, geboren te Noordbroek op 17 november 1945, wonende te Wageningen, overleden te Heteren op 10 oktober 1996, 50 jaar oud, getrouwd te Noordbroek op 26 september 1969, op 23-jarige leeftijd met Sebo Harms van der Wal (24 jaar oud), boerderij nr.17 (BB.Beerta) en assistent bedrijfsresearch, geboren te Beerta 1945, wonende aldaar, te Wageningen en te Heteren, zoon van Jasper Sibolt Itsko van der Wal en Jeltje Rienke Muntinga.
- Gezina Ida Noordhoff, kinderverzorgster, geboren te Noordbroek 1948, getrouwd te Zuidbroek 1971, op 22-jarige leeftijd met Sibolt Ulfert Meinardi (23
jaar oud), landbouwer, Meinardi streekproducten , boerderij nr.45 (BB.Noordbroek), geboren te
Winschoten 1947, wonende te Noordbroek, zoon van Ulfert Alidus
Meinardi en Hilda Kiers.
- Jacob Albert Noordhoff, boerderij nr.66 (BB.Beerta), boerderij nr.46 (BB.Bellingwolde) en boerderij nr.51 (BB.Bellingwolde), geboren te Noordbroek op 13 oktober 1918, wonende te Nieuw Beerta, te Blijham en te Bellingwolde, overleden aldaar op 15 april 1988, 69 jaar oud, getrouwd te Beerta op 6 juni 1946, op 27-jarige leeftijd met Anneke Etiena Trijntje Dallinga(22 jaar oud), geboren te Stadspolder op 7 mei 1924 overleden te Winschoten op 25 september 1997 (73 jaar oud), dochter van Simon Hemmo Dallinga (landbouwer) en Anna Trienje Poppens. Uit dit huwelijk:
- Abel Noordhoff, boerderij nr.51 (BB.Bellingwolde), geboren te Nieuw Beerta 1948, wonende te Bellingwolde, getrouwd te Assen 1974, op 26-jarige leeftijd met Margje Baron (25 jaar oud), geboren te Assen 1949, dochter van Geert Baron (adjudant der politie) en Geertje Strijker.
- Simon Hemmo Noordhoff, landbouwer, geboren te Nieuw Beerta 1949, wonende te Blijham, getrouwd te Veendam 1977, op 28-jarige leeftijd met Jantina Trijntje de Boer (27 jaar oud), geboren te Veendam 1950, dochter van Hendrik Geert de Boer (landbouwer) en Klaziena Nust.
- Anna Trientje Noordhoff, geboren te Nieuw Beerta 1950, getrouwd te Bellingwolde 1972, op 22-jarige leeftijd met Peter Marinus Hommes, doctor (24 jaar oud), wetenschappelijk medewerker TH Enschede, geboren te Groningen 1948, zoon van Marinus Hommes (arts) en Petronella de Regt.
- Ido Catharinus Noordhoff, landbouwer en kweker, geboren te Noordbroek op 13 mei 1920, overleden aldaar op 7 mei 1987, 66 jaar oud, getrouwd te Hoogezand op 22 mei 1947, op 27-jarige leeftijd met Jeltje Miedema (27 jaar oud), geboren te Hoogezand op 29 februari 1920, overleden te Winschoten op 24 februari 2012 (bijna 92 jaar oud), dochter van Jan Miedema (groentekweker) en Renske Hoen. Uit dit huwelijk:
- Abel Noordhoff, landbouwer, geboren te Sappemeer 1948, wonende te Noordbroek, getrouwd te Uithuizen 1974, op 25-jarige leeftijd met Roelina Johanna Meinardi (25 jaar oud), geboren te Zandeweer 1949, dochter van Simon Eltje Meinardi (landbouwer en boerderij nr.138 (BB. Hogeland) "Scheltkemaheerd") en Roelina Johanna Meinardi.
- Roelina Johanna Noordhoff, geb. 1975
- Jeltje Renske Noordhoff, geb. 1977
- Ido Cathrinus Noordhoff, geb 1980
- Jan Noordhoff, landbouwer, geboren te Groningen 1951, wonende te Noordbroek, getrouwd te Winschoten 1976, op 25-jarige leeftijd met Aaltje Takens (23 jaar oud), geboren te Winschoten 1952, dochter van Jacob Bernardus Takens en Jantina Fokkina Fruitema.
- Jantien Noordhoff, geb. 1979
- Marjel Noordhoff, geb 1982
I :
mijn grootmoeder
I : Kornelia Noordhoff,
geboren te Noordbroek op 27
augustus 1878, wonende te Noordbroeksterhamrik, te Winschoten en te
Groningen, overleden aldaar op 21 januari 1964 in een
partikulier verpleeghuis, begraven te Noordbroek,
85 jaar oud, dochter van Jacob Noordhoff (II) en Geertje
Abels Venhuis. Kornelia is getrouwd te Noordbroek op 9 juni
1903, op
24-jarige leeftijd met haar halfneef Jan Pieter de Groot
(36 jaar oud), landbouwer, boerderij nr.1 (BB.Noordbroek) en
paardefokker, geboren te Nieuw Scheemda op 7 april 1867, wonende te
Noordbroeksterhamrik, overleden te Noordbroek op 15 november 1943,
begraven aldaar op 19 november 1943, 76 jaar oud, zoon van Sibolt
Heikes de Groot en Zwaantje Abels Venhuis.

Van links naar rechts, staande: Abel Noordhoff, Geziena Zuidhoff, Jacob Noordhoff, Siebolt Heiko de Groot, Jan Pieter de Groot, Abeltje Noordhoff, Theo Faber, Zwaantje Noordhoff. David Landeweer, Jacob Noordhoff, Geertje Faber, Jacob de Groot en Heikeliena Noordhoff.
Zittende op stoelen: Harmanna Noordhoff, Kornelia Noordhoff, Jacob Noordhoff, Geertje Venhuis en Siebolt Heikes de Groot.
Voorste rij: Pieter Eltjo Noordhoff, Gerard de Groot, Bertha Faber, Ido Noordhoff, Geertje Landeweer, Jacob Alberts Noordhoff en Bert Landeweer.
Verwantschap
Ergens in het begin van de 80e er jaren maakte ik een groot schilderij waarop een grote boom links in beeld met een sterke tak naar rechts. Ongeveer een half jaar later ondekte ik het boek over Gerrit van Houten waarin zijn zuster Alida van Houten het leven van haar broer beschrijft. Van dit prachtige boek waarvan er in 1928 slechts 200 zijn gedrukt, waren er 100 exemplaren voor de handel bestemd. De rest was kennelijk voor familie, vrienden en bekenden. De belangstelling was blijkbaar erg groot, want in 1940 verscheen er een 2e druk, met meer tekst en foto's van zijn werk, ook weer in een oplage van 200 exemplaren. Bij het lezen viel het mij op dat we enkele karaktertrekken gemeen hadden. En op blz. 28 werd ik getroffen door de volgende tekst:
De brieven van Gerrit uit Surhuisterveen zijn meerendeels niet gedateerd; slechts in algemeene termen schrijft hij over zijn werk, soms ook over werk dat ons niet bekend is geworden o.a. een stilleven voorstellende een mand met appelen; in een anderen brief over
een 'zwaren boom met schuine tak, die hem klaarblijkelijk zeer getroffen heeft, daar deze hem aanleiding gaf tot de indrukwekkende donkere aquarel, waar een boom staat ter linkerzijde aan de zoom van een bosch in herfskleuren met de sprankeling van een sterk licht daarachter.Dit voorval sterkt mij in de gedachte dat je niet alleen lichamelijke kenmerken van een gemeenschappelijke voorvader kunt erven, maar ook karaktereigenschappen. Het zou interesant zijn te onderzoeken of bepaalde kenmerken in het handschrift ook erfelijk bepaald zijn. Zo vond ik jaren geleden op een rommelmarkt een lesboek van de landbouwschool in Groningen, waarin aantekeningen gemaakt waren. Het leek wel mijn eigen handschrift in de tijd dat ik zelf op de landbouwschool zat. Maar dat kon niet, het boekje was veel te oud. Mijn verbazing werd nog groter, toen ik voorin de naam van de oorspronkelijke eigenaar vond. Het was Gerard de Groot, mijn oom.Verwantschapstabel van Gerrit van Houten en Jan Pieter de Groot.
gemeenschappelijke voorouders
Hindrik Seebes en Abelke Jakobs Torringa
Sebo Hindriks van Houten en Elisabeth Jans ten Doorncate | Albert Hendriks Noordhoff en Grietje Edzes Fokkens Brands |
Hindrik Sebes van Houten en Grietje Derks Tonkens | Jacob Alberts Noordhoff en Kornelia Jakobs van Bruggen |
Derk van Houten en Barbara Elizabeth Meihuizen | Jacob Noordhoff en Geertje Abels Venhuis |
Hindrik van Houten en Alida C. C. ten Bruggen Cate | Kornelia Noordhoff en Jan Pieter de Groot |
Gerrit van Houten | Jakob de Groot en Engelina Jantina Geertruida Thools |
Jan Pieter de Groot |
|
![]() |
![]() |
Boom in herfstbos bij Surhuisterveen Gerrit van Houten omstreeks 1890 Eigendom van de Gerrit van Houten Stichting |
Boom in winterbos, fantasie Jan Pieter de Groot omstreeks 1980 |
Neem ook eens een kijkje op de mooie site van Gerrit van Houten en de Fraeylemaborg, eigendom van de Gerrit van Houten stichting